Het fantastische leven van Martijn

Aflevering 6 Judith en Manon

December 22, 2022 Terry de Roode Season 1 Episode 6
Het fantastische leven van Martijn
Aflevering 6 Judith en Manon
Show Notes Transcript

In aflevering 6 spreekt Terry haar jeugdvriendinnen Judith en Manon. In hun tienertijd vormden ze samen met Martijn een hechte vriendengroep. Ze halen veel vrolijke herinneringen op aan de jaren 80, maar ook de dominante vader komt weer ter sprake. Linda licht de thuissituatie van vroeger verder toe.

De podcast Het fantastische leven van Martijn bestaat uit 21 delen. De podcast is een De Roode Productie. De opname, redactie, samenstelling en montage deed Terry. David Paul was naast mede-interviewer ook sparring partner. Eric maakte de muziek, het sounddesign en deed de eindmontage. Wouter ontwierp het logo, de foto is van Tobias Arhelger | Dreamstime

Wil je iets aan ons kwijt? Mail naar podcast@deroodeproducties.nl

 Aflevering 6 Judith en Manon

Welkom terug bij de podcast Het fantastische leven van Martijn, een zoektocht naar een verloren vriendschap.

In deze aflevering spreek ik mijn jeugdvriendinnen Judith en Manon om samen herinneringen aan onze tienertijd op te halen. David vroeg mij eerder het volgende.

 

D: herinner jij Martijn als een humorvol persoon? Of is het een bak verdriet?

T: nee, helemaal niet. Nee, we hadden altijd, we hadden heel veel lol samen. Alleen het is gewoon heel lang geleden. Dus misschien heb ik andere mensen nodig die mij helpen om dus weer die herinneringen terug te brengen, omdat het gewoon zo lang geleden is 

 

Ik vind het inderdaad lastig om de mooie kant van de vriendschap met Martijn terug te halen, het trieste einde blijft mijn herinneringen overheersen. Vandaar dat ik mijn Manon en Judith op een zaterdagavond bij mij thuis uitgenodigd heb. Wij waren tijdens de middelbare schooljaren samen met Martijn een hechte viereenheid.

Onze tienertijd speelde zich af in de jaren ’80. Het was aan de ene kant een grimmige tijd van grote werkeloosheid, economisch reces en “no future”, wat in Deventer goed zichtbaar was. Het was ook de tijd van massale antikernwapens demonstraties en de opkomst van Aids. 

Van de andere kant was het voor ons als tieners de onschuldige tijd van de wereld ontdekken en van allerlei eerste keren: de eerst keer verliefd, de eerste keer bier drinken, op Tienertoer, gebroken hart en ga zo maar door.

 

We zaten niet vaak bij elkaar in de klas, maar na schooltijd kwamen we altijd samen. We bespraken dan alles wat ons bezig hield. In het begin ging dat veel over popgroepjes, de Hitkrant, wie we knap vonden, maar ook over wat er op school gebeurd was en welke docent we stom en oneerlijk vonden.

Eenmaal ouder werden werd onze wereld groter. Samen ontdekten we het uitgaan en het dansen in de Elegast, onze favoriete alternatieve disco. We begonnen concerten door het hele land te bezoeken en werden politiek actief. We gingen bij actiegroepen als Rebel en Jongeren tegen Kernwapens.

De dagen duurden eindeloos lang en we vonden Deventer vreselijk saai. We wilden allemaal de wijde wereld in, het avontuur tegemoet. Maar tot we een diploma hadden, moesten we het doen met Deventer en hadden we gelukkig elkaar. 

 

Dit is Manon

M: als ik denk aan Martijn, dat was voor mij ook echt een danspartner in de Elegast. We konden heerlijk samen dansen, ook echt dat uitbundige. Ja, dat je echt helemaal op kon gaan in de muziek, ja, dat had ik echt met Martijn

En dit is Judith

J: Hij kwam elke dinsdag bij mij, op een gegeven moment, dan gingen we samen Cheers kijken en we gingen samen altijd Monopoly spelen. En daar konden we allebei niet tegen dus we gingen altijd geld lenen aan elkaar, zodat we de bank uiteindelijk kapot speelden.

Allen: hahaha

 

Ik zag zowel Manon als Judith door de jaren heen af te toe, maar dit is de eerste keer sinds de middelbare school dat we met ons drieën bij elkaar zijn. Ongelooflijk hoe vertrouwt het onmiddellijk weer voelt, alsof er geen 30 jaar tussen heeft gezeten. 

Tegen het einde van de middelbare school begon ons groepje uit elkaar te vallen, omdat we allemaal steeds meer onze eigen weg gingen. Martijn ging samen met zijn broer Hans en een aantal nieuwe vrienden naar de toen net opkomende Houseparty’s. Iets waar Judith, Manon en ik weinig enthousiasme voor konden opbrengen. En Judith ging als eerste in een andere stad studeren. 

Ons gesprek begint automatisch met het ongeloof hoe het Martijn vergaan is

 

J: het was toch gewoon een jongen waarvan je dit nooit gewoon verwacht had. Dat hij zo, dat hij voor zijn 50e ergens in de goot ligt. Het was eigenlijk van ons drieën, als we als groep van vier, dan was hij de slimste eigenlijk. 

M: Ja, als ik dat even vergelijk met mezelf

Allen: hahaha

M: Hij kon wel goed leren.

J: Hij werkte hard en kon goed leren. Punt. Op de middelbare school zag je dat zeker niet aankomen.

M: Nee, nee, dat heeft zich echt ontvouwd op een gegeven moment tegen het eind van de middelbare school. Dat was in de tijd dat ze ook veel gingen stappen in Amsterdam. Ze gingen heel veel naar de Roxy en zo in die tijd. Dat was ook in die tijd heel veel XTC gebruik. Ik wilde daar niets mee, dat is niet mijn wereld en daar ben ik bij Martijn afgehaakt, omdat hij inderdaad met hoe heet ze nou toch. Hoe heet dat meisje nou? Annemieke of zo of?

T: eh... ja... weet jij dat nog Judith?

J: Nee dat weet ik niet

M: hij had zo’n clubje waar hij mee naar de Roxy ging.

J: oh, dat heb ik allemaal helemaal niet meer meegekregen. Echt de laatste keer dat ik hem gezien heb was bij jou thuis, waar jij achter het station woonde, weet je wel.

T: ja

J: En daar heb ik hem voor het laatst gezien. Toen had hij make up op volgens mij, en toen was hij, tenminste hij had een ooglijntje of zoiets.

T: Als jij zegt dat dat de laatste keer is, dat was dus voordat ik naar Frankrijk ging. Want ik ben daar, denk ik, ergens in de zomer van ’90 of zo al uit dat huis gegaan.

M: oh ja

T: Maar wat jij zegt, ik zou ook niet gedacht hebben dat hij degene was die zo van het pad zou raken, zeg maar. 

J: je weet toch wel dat verhaal dat hij mij een paar dagen is ondergedoken gebleven? 

T: nou, niet meer. Dat was dus een van de dingen waarvan ik dacht van ohja, hoe zat dat ook alweer.

J: mijn moeder en ik woonde nog op de flat en hij heeft gewoon, ik weet niet meer, ik denk een dag of 3, 4 of zo heeft hij wel bij ons gelogeerd. Ik vond het heerlijk, het was natuurlijk retegezellig. We hebben elkaar zitten voorlezen en ik vond het echt, ik was, ik was het in de wolken. Ik was zo blij dat hij er was, ik vond het zo heerlijk. Totdat jij ineens belde, want hij was zoek. Is Martijn bij jou? Ja. En toen moest Martijn aan de telefoon komen en toen is hij er vandoor gegaan. 

T: toen is hij ook niet naar huis gegaan.

J: nee, volgens mij is hij naar Arnhem gefietst of zoiets dergelijks.

T: Oh, dat is dat.... Tenminste, er is een verhaal dat hij dus naar Arnhem is gefietst. Was de eerste keer dat hij dat deed, zeg maar, zomaar weg was. En toen heeft ie geslapen op een politiebureau. Toen heeft hij gevraagd, mag ik de nacht overnachten hier want, he, nou, Toen moest hij de volgende dag dus weer zijn ouders bellen, maar qua jaar weet ik dat ook niet meer natuurlijk.

J: dat weet ik ook niet meer. Ik heb hem ook bijna nooit meer, ik heb hem denk ik nog maar een keer gezien nadat dat gebeurd is.

M: Ik weet ook dat hij op een gegeven moment woonde hij ook op de Grote Overstraat of zo kan dat?

J: maar dat was van iemand anders.

M: dat staat mij ook nog bij, ja

T: is dat ook diegene waar hij van gestolen heeft?

M: ja

 

Misschien goed om even samen te vatten waar we het hier over hebben. Aan het eind van de middelbareschooltijd verdween Martijn twee keer. De eerste keer was hij dus bij Judith en is hij na mijn telefoontje naar Arnhem gefietst. In mijn herinnering is hij toen een dag of twee weggeweest. De tweede keer was een tijd later. Martijn paste op een kamer van een vriend van Hans. Martijn heeft toen 2000 gulden gestolen van die vriend en is vervolgens op de vlucht gegaan. Zijn vader en Hans hebben hem uiteindelijk teruggevonden in Amsterdam. Dat heeft volgens mij een week geduurd. 

Het was a-typisch gedrag voor Martijn, die plichtsgetrouw was, nooit eerder in de problemen was gekomen en die er altijd voor zorgde dat hij niet in het middelpunt van de belangstelling kwam te staan. Martijn wilde niet over praten over deze twee incidenten, ook dat hoorde ook bij hem. 

 

We pakken mijn fotoalbums en de koffer met mijn dagboeken en schoolagenda’s.

 

T: dit is de laatste keer dat ik Martijn heb gezien en dit is in de zomer van 1991, of in juni ’91, maar toen studeerde hij in ieder geval in Amsterdam. 

M: oh ja,

T: Toen had hij dus ook een heel mooi zwartgeverfd koppie met haar. 

M: ja precies, want dat kan ik me ook niet herinneren dat hij zwart haar had

T: en als laatste heb ik hier nog uit het dagboek. Dan zeg ik van nou

We zijn op donderdag naar Martijn geweest in Amsterdam. Die even tussen neus en lippen door vertelde dat hij tegenwoordig vriendjes had. Het verbaast me niets, maar de manier waarop overviel me nogal. 

J: wat ik me altijd blijf afvragen is van, waarom heeft die jongen nooit het idee gehad dat hij uit de kast kon komen

M: bij ons?

J: bij zijn vrienden

M: ja, dat heb ik ook nooit begrepen.

J: want, ik bedoel, hij kwam al jaren bij ons thuis. Jullie weten wel het verhaal met Carla en Carla

M: ja, Carla en Carla

Allen: hahaha

J: ik bedoel een makkelijker plek kan ik me bijna niet voorstellen. 


Ja, Carla en Carla! Terwijl Martijn en ik opgroeiden in traditionele katholieke gezinnen in dat kleine dorp naast Deventer, groeiden Judith en haar broer op met hun gescheiden moeder, die op een gegeven moment een vriendin kreeg. Toevallig heetten ze beiden Carla. We waren graag en vaak bij Judith, omdat het daar een hele andere sfeer was dan bij ons thuis. Carla en Carla die respecteerden je. Die luisterden naar je, die wilden met je in discussie en stonden open voor je mening. Voor ons als tieners echt een heerlijke plek om te zijn.

 

J: al die grappen die heen en weer vlogen, maar altijd op een hele vriendelijke manier. Nou weet ik wel dat het voor mannen gewoon moeilijk is om ervoor zichzelf voor uit te komen. Dan zal hij daar waarschijnlijk zelf nog niet klaar voor zijn geweest. 

 

T: We zaten natuurlijk heel veel met z’n vieren bij elkaar en dan zaten we te ouwehoeren over jongens, en verkering en hoe zwaar het leven was en weet ik wat allemaal

M: ik weet niet waar we het allemaal over hadden, agenda’s kleuren

J: en breien, punk en kernwapens

M: ja, breien in de klas bij de vrouw van Geschiedenis

J: ja,ja

T: hij zat niet op hobby’s of een sport volgens mij toch? 

M: maar hij had wel echt een passie voor muziek, ja

T: Ja, ja, dat weet ik dan ook nog wel, niet om te doen, maar wel om te luisteren.

M: ja, echt luisteren naar muziek, dat deed hij ook heel veel. In zijn kamer ook. Als je daar kwam, dan zat hij altijd met de koptelefoon op. Hij mocht niet de muziek lekker hard zetten. Dat deed Hans dan wel, geloof ik.

T: die was de rebel, Martijn was het brave kind.

M: Er was altijd gedoe met zijn vader, dat weet ik ook nog wel. Dat was echt een moeilijke relatie tussen hem en zijn vader. 

T: in ieder geval niet eentje waar aandacht was voor Martijn en bovendien raakte de vader werkeloos, he?

M: ja precies, die was echt chagrijnig ook. 

J: je denkt, die vader een harde man en blah blah blah, maar dat hij toch blijkbaar op zoek is geweest naar hem

T: ja, ja maar meer, denk ik, naar zijn feitelijke zoon dan naar de persoon Martijn

M: uit een soort plichtsbesef. Martijn was natuurlijk een ontzettend gevoelig iemand. Hij was ook een beetje bang voor zijn vader.

T: ja, als je echt uit zo’n onderdrukte situatie komt. Niet dat je geslagen wordt, denk ik, 

M: nee, dat weet ik echt. Onderdrukking van de geest, door zijn vader. Echt zijn vader, hoor.

T: Ja

 

In bijna elk gesprek tot nu toe komt de vader van Martijn ter sprake en niet bepaald positief. 

Dit lijkt me een goed moment om eens te kijken naar de familiegeschiedenis van Martijn. Toen David en ik eerder bij Linda op bezoek waren, kwam dit onderwerp ook uitgebreid aan bod.

 

T: vind je het relevant om te vertellen over hoe het vroeger was? 

L: hij komt natuurlijk wel uit een gezin met een historie en die historie bepaalt voor een deel natuurlijk ook wie je bent. Dat is... volgens mij is dat onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar ik denk wel als je het niet vertelt, vertel je ook maar een deel van de waarheid. Want ik denk, wij zijn als kinderen vroeger, nu valt dat onder kindermishandeling. Toen niet, maar nu wel. Dus het onthouden van zorg bijvoorbeeld of als maar er bovenop zitten omdat ze moeten, kinderen moeten voldoen aan verwachtingen is ook een vorm van mishandeling.

D: psychische kindermishandeling.

L: ja. Kijk, mijn vader was van ’26, mijn moeder van ’30 eh... en het is een generatie die de oorlog heeft meegemaakt. En was zij gedaan hebben na de oorlog, is wat heel veel mensen gedaan hebben in die tijd namelijk case closed. Het verleden laten we achter ons. We gaan er gewoon vol tegenaan. We zorgen dat we een mooi leven opbouwen, ja, maar eigenlijk werd er nooit over dingen gesproken en al helemaal niet over zaken die moeilijk zijn. Bovendien heb ik mijn moeder nu laten diagnosticeren, sinds 2011 weet ik dat. Mijn moeder heeft een angststoornis en dat betekent dat alles wat lastig was, wat moeilijk was haar angst of paniek veroorzaakte, dat ging ze uit de weg. Dat betekent dat ze dat ons als kinderen altijd mee heeft gegeven. Daar heeft hij ook last van gehad. Sterker nog, hij was op een gegeven moment het enige kind nog thuis. Mijn vader was een hele dominante man, maar ook dat moet je, en mijn moeder huisvrouw thuis, maar je moet dat ook een beetje in de tijd plaatsen. In die tijd werden vrouwen niet geacht te werken, dus bleef je thuis. En mijn vader bepaalde alles. En bovendien had mijn moedertje ook nog een jongetje gehad voordat Hans is geboren. Dus ik heb ook nog een ander broertje, Paul, en dat heeft maar heel kort geleefd. En mijn moeder mocht daar natuurlijk geen verdriet van hebben, is ook de tijdsgeest, weet je.

T: en jouw vader kwam volgens mij ook nog werkeloos thuis te zitten. 

L: ook dat nog. Ik heb dat natuurlijk allemaal zijdelings meegemaakt, maar hij was adjunct-directeur van een grote machinefabriek, die internationaal zakendeed. Mijn vader had altijd gedacht, ik ben de gedroomde opvolger, maar deze meneer Stokflet bleek nog twee zoons te hebben, toen werd hij op een zijspoor gezet. 

D: ja

T: en er was heel veel strijd tussen Hans en je vader.

L: heel veel

T: en daar werd ook heel veel, nou met woorden, zeg maar, strijd geleverd, maar ook al wel fysiek. Waarschijnlijk gewoon een beetje stompen en zo, niet echt vechten, wat mij bijstaat. Maar daar was Martijn helemaal niet van, die was heel...

L: ik ben wel eens tussen hem en Martijn gesprongen en gezegd, toen deed ik al N20 he, ik studeerde toen in Doetinchem. En hij had altijd zoiets van jij met je pedagogische praatjes, daar was hij van, zo en hij had altijd gelijk. Maar hij wilde hem slaan. Maar toen zei ik: als jij... toen ben ik tussen hen gaan staan, als je aan hem komt, dan kom je aan mij. Dus dit is echt de laatste keer geweest dat je hem slaat of wilde slaan. Mijn vader heeft ons, ik denk meer psychisch dan iets anders mishandeld. En ik denk mijn moeder ook. Dat heeft ze ook toegelaten, maar wij waren kinderen en mijn moeder had voor mij moeten staan en de anderen. Want mijn moeder was helemaal niet van opvoeden. Ik roep ook altijd, ze was niet van huishouden. Dat zei ze later ook altijd, dat vond ik zo grappig. Ik had geen talent voor huishouden. En ik denk dan altijd erachteraan, en ook niet voor opvoeden

T: ah... maar ik heb wel dus hele leuke herinneringen aan met jouw moeder thuis en Martijn. Bijvoorbeeld een van de dingen die ik fantastisch vond, iemand had een kinderkookboek aan Martijn gegeven en dan ging zij ons altijd helpen. En dan mochten we dat natuurlijk ook opeten en zo... 

Het was ook geen opvoeden, maar het was wel een soort liefdevolle bezigheid. Ik heb herinnering dat ik met je moeder en Martijn naar de dierentuin in Arnhem ging met de tram of met de trolley of hoe heet dat ding

L: ja, trolleybus. Ja, ze was van doen, ze was van maken, ze was ook wel van koken, zeker, maar ze was niet van opvoeden. Die vier kinderen dat was natuurlijk een drama. Dat was ook veel te veel voor haar, dat kon ze ook eigenlijk niet. We hadden ook in het begin altijd een meisje, toen woonden jullie nog niet naast ons. We hadden altijd een meisje voor halve dagen en de grap was, haar vader en moeder hadden een melkzaak en die hadden ook een meisje voor halve dagen. Dus zij is dat ook heel erg van thuis gewend, dat daar een meisje was. Want er waren drie kinderen en die moeder stond in de zaak. Dus ja, maar dat weet jij niet

T: nee

L: omdat dat speelde natuurlijk allemaal voor die tijd. Ik kom wat dat betreft toch uit een ander deel van dat gezin, zal ik maar zeggen. En ik ben uit huis gegaan, toen was Martijn vier. 

T: ja en toen woonde wij nog niet eens naast jullie. 

L: nee

T: want wij zijn daar toen ik zes was komen wonen

L: dus dat betekent dat die 15 jaar heb ik eigenlijk maar heel weinig

D: op een afstand meegemaakt. 

L: ja, ja, zeker. Nou hij was een heel slim jongetje, maar het was ook een heel gevoelig jongetje, dat groot is geworden en een niet zo gevoelig gezin. En dat strookt niet met elkaar.

 

Ik schrik van het beeld, het woord kindermishandeling blijft in mijn hoofd hangen. Ik heb nog niet eerder op deze manier naar hun gezin gekeken. Het maakt me ook aan het twijfelen over mijn eigen waarneming van toen. Kan het zijn dat ik dit niet gezien en gevoeld heb? 

Vanuit mijn perspectief leek Martijns thuissituatie niet uitzonderlijk. Het staat mij vooral bij dat hun vader Martijn links liet liggen. Hij bemoeide zich weinig met Martijn en Martijn bleef zo veel mogelijk onder de radar.

Zowel Martijn als ik waren veel de hort op, we ontvluchtten ons thuis, omdat we ons niet begrepen en gezien voelden. Dat vond ik geen gekke situatie, dat hadden veel tieners om ons heen. 

Terug naar het gesprek met Manon en Judith waarbij Manon een vraag heeft over Hans.

 

M: Ja, ik vraag me ook een beetje af hoe het met Hans en Martijn zit. Hans nam ons onder zijn hoede eigenlijk, hij was verantwoordelijk voor ons jonkies

T: ja

M: beetje zo, dus Hans wist ook wel veel. Die was, denk ik, het meest op de hoogte van Martijn zijn leven ook. 

T: Hij heeft Martijn ook nooit meer gezien

M: oh, daar was ik inderdaad benieuwd naar, van heeft Hans Martijn, was daar nog contact, weet je wel? 

T: nee, wat Martijn heeft gedaan, is een harde knip gemaakt. Nu ik Tineke gesproken heb, begrijp ik ook waarom. Dat je dus zegt dat je moeder dood is en dat je vader je eruit gezet heeft en de toelage gestopt heeft, ja, dan kan je natuurlijk geen mensen van die tijd weer toelaten in je leven. Dus daarom kon ook Hans en dus ook ik niet en dat heeft me ook altijd wel geraakt dat ik dan, voor mijn gevoel, over een kam geschoren werd met zijn familie.

M: ja, precies.

T: want ik ben niet zijn familie

J: nou dat is precies van wat ik net al zei, waarom heeft nooit uit de kast kunnen komen bij ons. 

M: ja, dat heb ik ook nooit begrepen, nee

 

Het doet me goed dat Judith en Manon dit gevoel delen, dat zij ook niet begrijpen waarom Martijn ons niet in vertrouwen kon nemen. 

En dan Hans. Martijn en Hans waren zo verschillend als dag en nacht, maar met name tegen het eind van onze middelbare school trokken ze steeds meer naar elkaar. Mogelijk kan Hans meer over vertellen over de laatste periode in Deventer en het begin van de houseparty’s waar hij en Martijn zich volledig ingestort hebben.

Ik heb met Hans mailcontact over de podcast. Hij wil graag meewerken maar heeft nog geen tijd voor een afspraak. Daarom gaan we weer terug naar het gesprek met Judith en Manon

 

M: 1987 Lochempop in Nijmegen.

T: oh ja, dat is die. Ik zat met Tineke dus daar die foto’s van ons heen. En dat was eerst de verkering van Judith, toen raakte het uit en werd het mijn verkering

Allen: hahaha

M: wij hebben geloof ik ook nog een gezamenlijke verkering gehad.

J: meerdere

M: oh meerdere! Hier zie je.

J: ja, dat is Hans

M: Martijn en Hans, ja. Kijk hier zie je Martijn ook, dit vind ik ook zo’n typerende foto

T: stoned als een garnaal

J: haha

T: maar toen vroeg ik aan Tineke goh, hoe was dat dan toen Adri... want op een gegeven moment is Martijn naar Brussel gegaan, terwijl Adri in Amsterdam bleef en Adri had dan ook andere vriendjes tussendoor en toen zei zij, ja, ik vond hem een soort seksloos, alsof het hem ook niet echt boeide, alsof er niet heel...

M: ja

T: Dat is eigenlijk ook wel iets wat ik herken uit de 80-iger jaren 

M: wij waren allemaal whawha en eh...

T: maar bij Martijn....

M: gebeurde nooit wat!

J: jawel, jawel, hij vertelde mij ooit

T: echt ja?

J: nou, hij vertelde niet dat hij verkering had, maar hij vertelde dat helemaal enthousiast was dat het mooiste meisje van school verliefd was op hem.

T: ta da!

J: ta da! Ik heb geen idee, misschien begon de fantasie toen al.

T: maar ik wou zeggen, ik kan me ook niet herinneren dat hij dus ooit iets gezegd heeft dat hij dus zelf verliefd was, of dat ie gekust had...

M: weet jij? Ja, dat weet jij nog wel, dat was bij Linda, volgens mij in Nijmegen geweest met Martijn. Toen bleven we daar logeren in het huis van Linda, daar was ook een andere jongen, was daar. 

T: oh daar heb...

M: harstikke leuke knappe jongen. Die jongen was homoseksueel, dat heeft Martijn mij later wel verteld, dat hij daar dus iets met uitgespookt had. Maar wat dat precies was, ik weet het niet. 

T: ergens heel vaag begint er iets te rinkelen. Maar niet vaak toch? Het was niet vaak dat Martijn dus iets had met jongens of met meisjes.

M: nee, dat is de enige keer dat ik kan herinneren.

T: maar toen was hij eigenlijk nog niet uit de kast toch? 

M: nee, nee, 

T: zijn jullie toen ook mee geweest met een fietstocht, naar boven Kampen zijn we gefietst, met Hemelvaart en ... zijn we gaan kamperen.

M: Giethoorn, daar hebben we gekampeerd!

J: ik was er niet bij, want ik was bij mijn oma of zoiets. Spannend verhaal.

T: daar was ook ene Gerrit bij, kan je dat herinneren? Dat er een Gerrit bij was. Een blonde gozer?

M: nee, nee, nee

J: nooit van gehoord

T: en die was wat ouder en we hebben eigenlijk toen grotendeels op de zak van Gerrit geteerd.

M: ja, ja, dat kan, want wij hadden helemaal geen geld 

T: wij hadden helemaal geen geld. We gingen gewoon met z’n drieën fietsen, we hadden ook helemaal geen kampeerspullen bij ons. Geen tent of iets.

M: ik geloof dat ik nog net een slaapzak bij me had

T: en het was ver fietsen en die fietsen waren echt slecht! Maar toen je net over die jongen vertelde, daar was die Gerrit, die was daar ook. En volgens mij was dat ook een beetje een soort gelijke situatie, zo, niet heel duidelijk. 

M: nee, nee

T: maar een beetje achteraf toch van ohja, zou dat niet iets voor Martijn zijn geweest, zeg maar. 

M: Ja

 

M: he, hier Jongeren tegen Kernwapens. Goh ja, daar zaten we ook nog bij ja

J: ja, ja

M: kijk dan, de lidmaatschapskaart van Terry

J: wow!

Allen: hahaha

T: Yeah! Even kijken...

M: van JTK! Martijn zat ook bij JTK toch?

J: volgens mij wel

M: Ja, hij is ook niet voor niets daarna bij GroenLinks dan gegaan. Dat had hij wel, hoor. 

J: we zullen hem ongetwijfeld hebben meegenomen met de scholierenstaking

M: jaaa

T: ja, dat in ieder geval. Een van de dingen die ik ooit met hem heb meegemaakt is dat hij, we fietsten van Schalkhaar naar Deventer en toen reed de Marechaussee langs en hij stak zijn middelvinger op

M: dat moet je niet doen, he

T: nee, dat moet je inderdaad niet doen. Toen zijn ze een paar honderd meter verderop gestopt en moest hij mee. Fiets moest hij daar achterlaten bij de bomen, is hij meegenomen door de politie. Heeft hij zes uur ... door de Marechaussee, heeft hij zes uur, weet niet precies, een soort boetedoening moeten doen.

J: arme Martijn.

T: toen moest hij ook teruglopen. Ik weet niet precies welke kazerne dan, of het de Boreelkazerne was of zo, waar ze dan heen gingen, maar in ieder geval, ja, dat heeft hij nooit meer gedaan.

Allen: hahaha

M: oh ja, boeken ja, hij was inderdaad dol op lezen, ja. Hij las heel veel

T: Ja

M: ja

T: Ja, dat is natuurlijk ook een soort vluchtwereld, dan kan je ook helemaal verdwijnen in het verhaal. Voor mij was het wel echt stille wateren, diepe gronden. 

M: hij liet zich niet doorgronden, laat ik het zo zeggen, nee. Maar dat was toen met dat geld dat toen verdwenen was met dat pasje, was dat ook een beetje. Dat weet ik ook nog wel. Daar heb ik toen ook met Martijn geprobeerd over te hebben, maar eh... dat hield hij echt af. Dat was echt zo van, daar mocht je niet aankomen. Hij liet je tot een zekere hoogte toe, dat denk ik, hij had echt zijn reserves. Wat is Martijn dan voor mij geweest? Ik denk ook een heel groot vraagteken. Aan de ene kant een fijn iemand om mee om te gaan, maar aan de andere kant een enorme verborgen wereld. Een gedachtewereld of gevoelswereld die hij helemaal niet liet zien, bijvoorbeeld rondom zijn homoseksualiteit. Dat vind ik echt ongelooflijk dat hij daar nooit met ons over gehad heeft terwijl we toch zo’n hechte vriendenclub waren. Dat vind ik heel triest eigenlijk

T: ja

M: ja, dat hij dus niet dat vertrouwen in ons heeft kunnen vinden of daaroverheen heeft kunnen stappen om ons in vertrouwen te nemen, om gewoon daar openlijk over te praten en ook zijn gevoelens daarin gewoon te kunnen uiten. Ja, ik denk ook dat dat maakt dat je heel verkrampt gaat leven, he, dat je toch een soort verborgen leven hebt. 

T: ja

 

M: misschien heeft dat wel geleid tot dit alles, he, dat verdwijnen in de drank of ja. Ik denk nog steeds een dikke combinatie met de gezinssituatie

T: ja, niet gezien worden

M: niet gezien worden, want ik denk ook dat dat een hele belangrijke kern is, niet gezien worden. Ik denk dat niet echt gezien werd door zijn ouders wie hij werkelijk was. 

T: Ik heb in ieder geval heel erg de behoefte om het voor mezelf af te ronden

M: nou, dan moet je effe een keer een New Order draaien, Blue Monday. Heb ik laatst gedraaid, keihard. Ik had echt helemaal zo’n plaatje hoe ik met Martijn daarop danste in de Elegast, echt geweldig! Ik had meteen een blij gevoel, dat was echt heel leuk.

 

T: in het weekend van 30 en 31 januari, elkaars haar verven

Allen: hahaha

J: gingen jullie elkaars haar verven?
M: staat dat erin? Ik wil een kopietje, die vind ik goed!

T: oh, kijk, dit is die Gerrit, dat is die jongen, die woonde ook in Nijmegen maar dat is dus ook die jongen, die op die camping was. Ik zit nu te denken, zouden we niet.... dat we dus eerst die Gerrit op die camping hebben ontmoet en dat hem toen dus gezien hebben in Nijmegen? En dat dat niet dezelfde zou zijn geweest? 

M: oh, nou dat zou best kunnen. Heette die inderdaad Gerrit? Nee, dan ga ik echt gokken. Nee, dat weet ik gewoon niet meer.

T: dat weet ik ook niet meer. Het is natuurlijk ook zo vreselijk lang geleden.

J: ok, maar er is dus een Gerrit geweest, want misschien iets met Martijn te maken had. 

Allen: hahaha

 

 

Grappig hoe we, net als vroeger, gemakkelijk van onderwerp kunnen switchen, van diepe overpeinzingen tot slap geouwehoer. Ik houd een heerlijk gevoel over aan de avond, we hebben zo vreselijk gelachen.

Een dag later appt Manon dat ze zich nog een nummer kan herinneren waar zij en Martijn altijd op dansten. Our darkness van Ann Clark. Ik zoek het nummer op Spotify op en binnen een paar seconden ben ik terug in de eighties. Dit nummer heb ik nooit meer gehoord! Ik zie de Elegast voor me. Die lage donkere kelder waar we ons volledig overgaven op de dansvloer. We stonden daar uren achter elkaar met gesloten ogen te dansen. Muziek was inderdaad een heel belangrijk onderdeel in onze vriendenclub. 

 

Waar Judith en ik samen in een meidenpunkband ging spelen en met protestliedjes van groepen als Big Country, The Alarm en Het klein orkest meezongen, hield Martijn meer van de vroege elektronische muziek van begin jaren ’80. De lp ‘Construction in Time again’ van Depêche Mode, ook vol protestliedjes trouwens, was zijn favoriet. Ik speel de hele CD af en kan hem bijna letterlijk woord voor woord meezingen, gek hoe dat werkt met muziek. Ineens schieten me andere favoriete nummers van Martijn te binnen “oh Superman” van Laurie Anderson, bijvoorbeeld en niet te vergeten ‘Relax’ van Frankie goes to Hollywood. 

Trouwens, toen we jonger waren hield Martijn ook echt van disco. Donna Summer en Chic, maar zeker ook Boney M! Mooi hoe muziek je terug kan brengen naar een tijd.

Ik besluit een playlist aan te maken, daarin zet ik alle nummers die herinneringen oproepen aan Martijn.

 

Dit was aflevering 6 van de podcast Het fantastische leven van Martijn. In de volgende aflevering gaan we terug naar Tineke om te praten over de zogenaamde Obama tijd en komen we erachter dat Martijn aan dezelfde keukentafel heeft gezeten als wij.

 

Ti: echt dat hij hier nog in het laatst woonde...

Te: want hij heeft ook echt in dit huis gewoond

Ti: ja

Te: in deze kamer

Ti: en we zijn bijna iedere dag hier samen aan de keukentafel

Te: echt?

Ti: hij zat dan hier, waar jij nu zit, David