Het fantastische leven van Martijn

Aflevering 10 Hans

December 30, 2022 Terry de Roode Season 1 Episode 10
Het fantastische leven van Martijn
Aflevering 10 Hans
Show Notes Transcript

In aflevering 10 spreekt Terry eindelijk Hans, de oudere broer van Martijn. Samen halen ze herinneringen op aan de wilde jonge jaren. Hans vertelt levendig over de relatie met zijn broertje en komt met verassende nieuwe informatie!

De podcast Het fantastische leven van Martijn bestaat uit 21 delen. De podcast is een De Roode Productie. De opname, redactie, samenstelling en montage deed Terry. David Paul was naast mede-interviewer ook sparring partner. Eric maakte de muziek, het sounddesign en deed de eindmontage. Wouter ontwierp het logo, de foto is van Tobias Arhelger | Dreamstime

Wil je iets aan ons kwijt? Mail naar podcast@deroodeproducties.nl

Aflevering 10 Hans

Welkom terug bij aflevering 10 van Het fantastische leven van Martijn, een zoektocht naar een verloren vriendschap.

 

Straks heb ik een belafspraak met Hans, de broer van Martijn. 

Maar eerst een update van twee andere gedeeltes van de zoektocht. 

 

Inmiddels heb ik bijna iedereen die bij de ceremonie was gemaild, maar helaas, de meesten zien af van een gesprek om uiteenlopende redenen: te druk, geen interesse of te weinig band met Martijn. Jacqueline vertelde trouwens dat zij niet op de ceremonie was, dan heb ik toen dus met iemand anders gesproken. Dat zal een bevriende collega uit Brussel zijn geweest. Met haar krijg ik ook nog geen contact. Ik weet hoe close zij was met Martijn, dus ik hoop echt dat ik haar kan spreken.

Daarnaast vertelde Linda ons in de tweede aflevering dat hun ouders het TV-programma Spoorloos benaderd hadden. David heeft contact gezocht met de redactie. Ze zijn op zoek gegaan naar het dossier, maar ook dat heeft niets opgeleverd. In hun archief is er geen bewijs te vinden van de zoektocht van de ouders.

 

Vandaag spreek ik dan eindelijk Hans. We proberen al maanden een afspraak te maken, maar onze agenda’s matchen niet. Daarom besluiten we om het interview telefonisch te houden. De laatste keer dat we elkaar echt gesproken hebben was bij de ceremonie van Martijn. We bellen meer dan 2 uur. We halen oude herinneringen op aan onze tijd in Schalkhaar, in Deventer, aan de opkomst van de house, de thuissituatie en de relatie tussen Hans en Martijn. Het wordt een verrassend gesprek met veel nieuwe informatie voor mij. 

 

T: He Hans 

H: Dag Terry!

T: Ik vind het fijn om je even te spreken, Hans. 

H: ja, is leuk he? 

T: jij bent zes jaar ouder dan Martijn en ik waren/zijn. Tegen de tijd dat wij ook met elkaar omgingen, nah, dan waren we zeker 15, 16 zoiets. Eerst waren wij gewoon kinderen. Toen jij 16 was, was ik 10 en was Martijn 10. Nou, waren we zeker niet interessant voor jullie, waarschijnlijk, behalve om te pesten. 

H: Precies, precies.

T: maar op een gegeven moment is dat veranderd. Toen werden wij natuurlijk ook, toen vonden wij andere dingen interessant. Want ik weet dat we door jou konden we dan de Elegast in, waar we eigenlijk veel te jong voor waren Elegast en jij had dus een connectie.

H: Ja, ik kende die uitsmijter vrij goed!

 

Ja, de Elegast, die kwam al eerder ter sprake bij Judith en Manon, die disco in de donkere kelder in Deventer. De entree was 6 gulden en bij de prijs zaten twee drankjes inbegrepen. Niemand van ons had veel geld, bovendien gingen we twee tot drie avonden per week uit dus trakteren zat erin niet in. Dat was ook niet belangrijk, want we kwamen daar om te dansen. We gingen helemaal uit ons dak op de alternatieve muziek uit de eighties. Dat sloot precies aan op wat wij leuk vonden, maar ook wat Hans en zijn vrienden leuk vonden en zo ontstond er vriendschap. Hans woonde in die tijd nog ook nog thuis...

 

T: Jij was niet op je mondje gevallen. Sowieso kan ik me herinneren dat we er wel vaker opstootjes waren rondom jou en je vrienden bij jullie thuis. Dat je wel eens eh... nou ja, politiebureau, weet ik niet, maar...

H: ja, ja, politiebureau, zeker wel. Want wij hadden ook zo’n groepje vrienden in die tijd, grootste tuig van Deventer kwam daar af en toe langs. En dan gingen we altijd staan op het bekende plekje, noemden we dat. Het bekende plekje was aan de achterkant van het Pastoorsbos. Weet je het Pastoorsbos nog? 

T: Ja, ja, ja

H: daar werden de plannetjes beraad, laat ik het maar zo even zeggen. En in die tijd van het vuurwerk, we bliezen van alles op.

T: ik kan me ook zo’n keer herinneren dat jij samen met iemand ’s nachts na het stappen naar huis was gelopen of gefietst en dat jullie alle verkeersborden onderweg hadden gemold.

H: dat verbaast met niets, dat zou heel goed kunnen. We waren gewoon super recalcitrant gewoon. Pa, die had al een paar keer gezegd: als je nou nog een keer opgepakt wordt en je komt nog een keer op dat politiebureau, dan zal er wat zwaaien. En ik kan me nog herinneren dat die politieauto stopte voor onze deur. En die blik van mijn vader naar mij, die kan ik me tot op de dag van vandaag nog herinneren.

T: ja

H: er viel volledige stilte ook. Maar ik moest wel mee. En ik heb daar geloof ik de nacht gezeten, weet ik niet meer, in verhoor. Daarna heb ik ook vreselijk op mijn flikker gehad en ik weet ook niet meer precies hoe en wat

T: jij was ook degene die dus ook de ruzie aanging met je vader en volgens mij heeft Martijn de strategie gekozen: ik ga onder de radar zitten, ik zorg dat ik dat Atheneum, dat er geen gezeur is. Ik zorg dat ik niet in aanraking kom met de politie, dat er een aanleiding is voor mijn vader om boos op mij te worden. En ik heb de indruk dat je vader hem ook eigenlijk gewoon min of meer, ja, links liet liggen. Of toch al zoiets had, dat wordt toch niets, he? Want hij was in de ogen van je vader, was Martijn natuurlijk helemaal niet mannelijk genoeg. 

H: je slaat de spijker op zijn kop, Terry. Martijn werd ook heel erg met rust gelaten

T: ja, die werd met rust gelaten he? 

H: en wat jij zegt, die dook ook echt bewust onder de radar.

T: jij was volgens mij de Golden Boy, jij was degene die in jouw vaders ogen, die meiden die telden dan ook al niet helemaal mee. Maar jij was degene die het allemaal goed zou maken en...

H: hij heeft mij inderdaad heel veel vergeven, laat ik maar zo zeggen. Meer dan Linda en Els.

T: en je hield van voetbal, je hield van de mannelijke dingen, die hij volgens mij ook belangrijk vond op dat moment

H: ja, maar hij is nooit naar me komen kijken, Terry. Nooit!

T: nee

H: weet je wel, zo zat het in mekaar. Want hij pochte er wel over naar andere mensen, zo van Hans is kampioen geworden met het tweede van Schalkhaar en de A1 en dat soort dingen, maar hij is nooit geweest. Hij is een keer bij mij komen kijken, en nou word ik fel, hoor. Maar hij is een keer bij mij komen kijken en dat was, geloof ik, bij een kampioenswedstrijd van het derde van Schalkhaar in Colmschate, want toen zat meneer als secretaris in het bestuur van SVS. 

T: Ja.

H: ja, en toen kwam hij kijken en toen was hij een hele meneer en probeerde hij aan het einde, probeerde hij ook nog te vertellen wat ik allemaal fout deed. Dus in die zin, je kan wel zeggen van de Golden Boy, maar ik kreeg net zo op mijn flikker hoor. 

T: ja, maar daar wilde ik inderdaad ook naar toe. Ook de felheid die je nu hebt, liet je toen ook heel vaak zien. 

H: ja.

T: want hij had een bepaald idee wat die jongen dan zou moeten zijn. En die zou hij wel even sturen hoe het wel of niet zat en jij liet je niet sturen en je ging daar fel tegen in en dus jij kreeg niet misschien ook niet letterlijke klappen

H: hij heeft mij nooit durven slaan, Terry

T: nee

H: want hij wist dat hij een klap op zijn bek terug zou krijgen.

T: want denk je dat Martijn ooit klappen heeft gehad van je vader

H: nee, volgens mij niet. Martijn die hield zich altijd koel en kalm. En ik heb dat altijd gezien en ik dacht van: wat ben je toch eigenlijk een slimme jongen.

T: ja

H: want hij had die ellende niet die ik wel had met mijn vader, weet je wel. Maar ik kon dat niet zoals Martijn dat kon. Ik heb een hele andere persoonlijkheid als Martijn.

H: jullie waren ook gewoon met zijn tweetjes, waren jullie ook echt dikke maatjes. Dat idee had ik tenminste. 

T: ja, dat was ook zo. Vanaf heel jong waren we altijd samen. 

H: ja, precies.

T: alleen, als je mij moet vragen, kende jij Martijn, dan denk ik toch dat ik moet zeggen: nee, eigenlijk weet ik het niet. Ondoorgrondelijk.

H: ja, wat jij zegt, is voor mij ook herkenbaar. Dus kende jij Martijn echt? Nee, voor een deel niet nee

 

Hans bevestigt het beeld van hun vader en hoe het bij hen thuis ging. Hij ging er weliswaar anders mee om dan Martijn of zijn zussen, ging veel meer in verzet, maar hij had er wel degelijk last van. Het valt me in het gesprek ook op hoe anders Hans is dan Martijn, in alle opzichten. Ik vind het bijzonder dat ze jarenlang samen optrokken, zoveel samendeden. Dat begon eind jaren 80, toen er een nieuwe muziekstroming kwam waardoor alles veranderde...

 

H: Op een gegeven moment hadden we echt zo’n kliek bij elkaar en die ken jij geloof ik niet helemaal. Wij zijn gewoon als groep die houseparty’s ingevlogen, want dat kwam toen net op. Dat heette nog acid party’s in die tijd, weet je wel. Die moest je ook nog zoeken, die kon je niet vinden. Nou, je kreeg een paar aanwijzingen hier en daar en dan was het een een of andere loods her en der. Daar kwamen al die gefreakte Dj’s en weet ik veel en dan had je de avond van je leven bij wijze van spreken.

T: maar wat mij zo verbaasde, was dat je dus.... Ik ken jou als gitarist en jij zat volgens mij in een soort rock-pop band. We gingen naar de Elegast, alternatief

H: ja, ja, echt van die Underground.

T: jij zat in bandjes, ik zat in bandjes, iedereen om ons heen zat in bandjes. Toen kwam dus die acid en die house en dat leek er voor geen meter op en het verbaasde mij enorm dat jullie daar helemaal, dat jullie dat leuk vonden.

H: die hele ervaring gewoon was iets dat bij elkaar kwam. Dus die muziek, de ontwikkeling daarin. De drugs en al die gefreakte mensen, ook hele leuke mensen hoor.

 

T: ik ben nog een keer mee geweest naar Amsterdam. Of naar de IT of naar de Roxy, dat weet ik niet meer en ik dacht: echt die muziek vind ik 3 x niks en ik denk niet dat het die avond over XTC of over pilletjes gepraat is. Ik denk eigenlijk dat ik met Martijn alleen was en dat... Het staat me ook bij dat we ’s avonds terugliepen naar het station en dat we twee naakte mannen tegenkwamen op straat en eentje had zo’n ketting om met van die spikes eraan en die werd, zeg maar, voortgetrokken door de ander. Dat weet ik nog wel. En ze spraken Martijn aan en ik denk dat we dan ook een jaar of 17, 18 waren. In ieder geval, ik weet wel, dat we heel erg onder de indruk waren en die avond is ons enorm bijgebleven. Maar ook dat het voor mij duidelijk was: dit is niet mijn scene. Dit is niet wat ik wil.

H: de muziek vond ik ook ruk in het begin. Later groei je daar een beetje in. 

Maar toen woonden we ook gewoon nog in Deventer. Ik was gewoon ook aan het werk, ik was grafisch technicus in die tijd, ik had een goede baan.

 

T: Ja, weet jij of Martijn in die tijd dan een baantje had waardoor hij geld had en dus ook wel eens iets kon betalen?

H: Nee, nee, ik heb Martijn eigenlijk nooit echt in een baan gezien of wat dan ook. Ik heb heel veel voor Martijn betaald, dat weet ik wel. Daar werd helemaal niet moeilijk over gedaan, ik deed daar ook niet moeilijk over. Wat interesseerde mij dat nou? Ik had een dik vet loon, joh

T: Ja, dat kan ik me ook nog wel herinneren, dat jij ook heel veel geld had en dat je er dus ook nooit moeilijk over deed.

H: ik werkte bij de Nederlandse Diepdruk Industrie. Ik werkte in 4 ploegendienst in die tijd en in het weekend gingen we er tegenaan. Want als je onder invloed van die drugs en die pompende muziek en je lichaam zo staat te kicken, weet je wel, dan heb je echt een fijne avond, kan ik je vertellen. En Martijn was heel vaak bij me, want die vond het thuis ook niet meer zo leuk. En ik woonde toen in de Assenstraat in Deventer. Ik heb daar twee jaar gewoond. Dat was dus de zoete inval, he. Dus iedereen kwam daar, ook uit die scene, die ook altijd naar die houseparty’s gingen.

T: Ja

H: dus dat was gewoon een groot blowen en zuipen en in het weekend een beetje snuiven en slikken, weet je wel. Op een of andere manier zochten we een uitvlucht om een mooiere, om een andere wereld te creëren.

 

Dan valt er bij mij een kwartje, ineens zie ik het. Martijn wilde helemaal niet praten over zijn problemen, hij wilde ze vergeten. En Martijn heeft dus wel degelijk iemand die hem dierbaar was om hulp gevraagd......

 

Ik denk eigenlijk dat jullie op een gelijksoortige manier dat leed deelden. Dus niet door daar heel erg te praten, maar dus door te dansen en je onder te dompelen en door...

H: ja, oh ja, helemaal met je eens. Maar we hadden ook heel veel lol in die tijd, weet je. Dus we hadden ook geen zin om daar hele avonden over te bomen.

T: nee

H: maar daar hebben we wel over gepraat.

T: kan je daar meer over vertellen?

H: Op een gegeven moment had hij er ook geen zin meer aan, om het te proberen, of om contact te zoeken of wat dan ook. Want hij zei ook in die tijd zo van nou ja, ik woon nog thuis en maar ik ben eigenlijk nooit thuis. Hij was altijd weg. Hij was of bij mij of ergens anders, weet je wel. Toen dronk hij trouwens nog helemaal niet bijna he? Want hij hield in die tijd helemaal niet van alcohol. Want ik dronk bier, nou, dat vond ie gewoon smerig.

T: Dat is wel grappig, want dat is niet wat ik me herinner. Ik herinner me Martijn, die eh...ja, Blue Curaçao of Pisang Ambon of Bessen...

H: Ja, dat soort dingetjes wel. Ja dat kan ik me nog herinneren, dat soort dingen wel.

T: misschien dus geen bier, maar ik kan me wel herinneren. Nou vooral blowen, ik kan me dat blowen herinneren bij jullie, onder de carport.

H: ja precies, aan de achterkant van die dubbele garage. Ja, dat weet ik nog heel goed.

T: ik ben ook een keer met Martijn, toen woonde jij op een flatje in de stad in een buitenwijk. In Wezenlanden. Kan dat? Heb jij daar een flatje gehad?

H: ja, ja, heb ik ook nog een tijd gewoond.

T: in ieder geval weet ik nog dat Martijn en ik naar jou toekwamen en ik moest van mijn ouders op vrijdagavond om 10 uur thuis zijn. En toen dacht ik: nou daar ga ik met dit keer eens aanhouden. En toen hadden we nog niet geblowd. En in mijn gedachten eh. In mijn herinnering is het zo dat jij ook op de een of andere manier het een beetje aan het uitstellen was. Misschien een beetje aan het sarren was, dat weet ik niet meer. In ieder geval ik zei tegen Martijn: het is nu kwart voor tien, ik ga naar huis want dan ben ik om 10 uur thuis. Dan hou ik me een keer aan de regels, misschien ook wel eens een goed idee. 

H: ja

T: en Martijn wilde niet mee, want er was nog niet geblowd.

H: oh, ja, dat kan ik me nog vaag herinneren Terry.

T: en toen ben...

H: dat kan ik me nog vaag herinneren, ja, ja,

T: toen ben ik alleen gegaan en toen dacht ik, toen ben ik alleen naar huis gefietst en superlink op Martijn natuurlijk. En dat ik echt dacht: is dit nou belangrijker, is dit nou serieus belangrijker, dat jij dan gaat blowen, terwijl ik dan in mijn eentje naar huis moet fietsen.

H: maar dan maak je dus ook mee dat Martijn, door het blowen, door dat soort dingen, afstand neemt, he, van het energie steken in.

T: Ja

 

Die avond is een van de weinige keren dat ik boos was op Martijn. Ook dit was naderhand niet bespreekbaar. Hans en ik praten verder over wat koetjes en kalfjes en ineens zegt Hans:

 

H: want ik ben met mijn vader een keer bij Adri geweest.

T: oh echt waar?

H: toen zei hij dat hij, dat de relatie uit was en dat hij Martijn niet meer zag.

T: heb je nog enig idee wanneer dat was? In welk jaar?

H: 98 of zo. 99? 

T: .... Oh dat wist ik helemaal niet

H: wij hebben een man gebeld, die op TV was en die man zocht vermiste personen op. Dat was een vrij bekend iemand en die scheen daar vrij goed in te zijn. Toen zei pa tegen mij, we bellen die vent of we schrijven hem en brief en dan vragen we of hij dat wil doen. En toen zei hij: nee, dat soort dingen doe ik niet, zei hij toen. En toen belde hij ons terug, ik geloof een week of twee later, en toen zei hij: ik heb Martijn gevonden. Dus wij vielen van onze stoel, wij hadden zoiets van Wat? Dat is de reden dat we bij die Adri terecht zijn gekomen.

T: oh... wat interessant

H: Adri zei: ik weet niet waar hij is. En toen had hij wel, liet hij wel een beetje doorschemeren dat het allemaal niet zo goed met hem ging, met Martijn.

 

Ik val nu toch bijna van mijn stoel. Dit is compleet nieuw voor mij. 
 Ik reageer zoals ik altijd reageer in dit soort situaties: ik ga analyseren

 

T: ik heb Martijn in 1991 voor het laatst gezien en ik ben toen teruggekomen op een gegeven moment en gaan studeren in Utrecht en toen woonde jij ook in Utrecht, dat zal rond 1993 geweest zijn.

H: ja, toen werd Mick geboren namelijk, in 1993

T: ja, want ik ben ook bij jou toen op kraamvisite geweest. 

H: dat weet ik ook nog

T: maar wanneer is voor jou dan de laatste keer dat jij Martijn hebt gezien?

H: in die tijd

T: toen ook nog in 93 nog

H: ja, want Martijn is nog bij Mick geweest een keer. 

T: ook nog. Ja, ik zou denken dat Martijn toen toch al een tijdje weg was, maar eh.

H: dat weet ik ook niet meer precies. Dat is al zolang geleden joh.

T: Maar wisten jouw ouders dan dat Martijn homo was.

H: ja, op dat moment wisten we dat, ja. Maar daarvoor wisten we dat niet. Maar dat was voor mijn vader ook geen probleem hoor. Daar hadden pa en ma beiden geen problemen mee, zo van als hij dat wil dan moet hij dat maar doen op die manier.

T: Ja. Kijk het punt is hij heeft namelijk tegen Tineke gezegd dat hij naar huis is gegaan, dat hij tegen zijn vader heeft gezegd dat hij homo was en dat jouw vader zo boos was dat hij toen de bijlage heeft gestopt, dus eh... hem het huis uitgetrapt heeft, hem nooit meer willen zien. Ik denk dat dat...

H: Nou, dat kan ik me haast niet voorstellen.

T: nee, ik weet niet hoe jij of wanneer jij voor het eerst gehoord hebt dat Martijn homo was of daar openlijk voor uitkwam? 

H: dat was op een gegeven moment dat Martijn die brief stuurde. Hij heeft op een gegeven moment een brief gestuurd naar mijn vader of zo, ik weet niet meer naar wie, dat hij geen contact meer wou, dat hij homo was en dat hij aids had. Dat stond in die brief.

T: oh.... Ook dat nog.

H: ja, en dat wisten wij dus niet. Maar daar hebben we verder ook niet aan getwijfeld. We dachten: nou ja, dat zal dan wel. Maar later hoorden we dat dat helemaal niet zo bleek te zijn. In ieder geval dat deel niet. 

T: ik wist niet eens dat jullie bij Adri terecht zijn gekomen. Ik wist wel dat jullie gezocht hebben en dat Martijn op een gegeven moment een brief heeft gestuurd, met ik wil niet gevonden worden. Maar ik had de indruk dat dat eerder was, dus toen Martijn eigenlijk net verdwenen was.

H: het is ook in die tijd dat ik Utrecht zat, he, en die tijd, was bij mij ook het contact met mijn ouders ook vrij summier, hoor. Ik had ook niet zoveel contact met mijn ouders.

T: wanneer ben jij weer teruggekomen uit Utrecht, ben je naar Deventer weer gegaan? 

H: ik geloof 1997 of zo.

T: want daarna kwam je weer thuis wonen, heb je een tijdje weer thuis gewoond en toen...

H: heel even ja, want dat ging niet relaxed met pa en ma, laat ik het maar zo zeggen. Het was heel fijn dat ik daar terechtkon, he, daar kun je je wel iets bij voorstellen misschien.

T: maar was dat dan ook in die periode dat jullie die Spoorloos gingen opzoeken? 

H: ja, dat is volgens mij in die periode geweest.

T: want volgens mij hebben jouw ouders ook iemand, hebben ze er ook iemand opgezet in 92 die op zoek ging naar Martijn. En toen heeft Martijn volgens mij een brief naar huis gestuurd, dat was echt in 92 al, met: ik wil niet gevonden worden. Het gaat goed met mij, ik wil niet gevonden worden.

H: want ik heb nog een keer gebroken met mijn ouders. Ik ben een hele tijd ook, heb ik geen contact gehad met pa en ma.

T: ja. Dat is wel bijzonder, he, want dat heb ik echt nog nooit eerder gehoord. Dat jullie Adri gewoon gezien hebben. Toen woonden misschien jouw ouders niet meer naast mijn ouders. 

H: nee, toen woonden ze al op de Oerdijk, volgens mij

 

Ik denk dat ik het begin te begrijpen, er zijn denk ik twee brieven geweest van Martijn. De eerste keer was in 92 toen Martijns vader een detective had ingehuurd en Martijn een brief heeft gestuurd: het gaat goed met mij, maar ik wil niet gevonden worden. En in die tijd had Hans weinig contact met zijn ouders. En dan is er een tweede brief, toen Hans tijdelijk thuis woonde, rond 1998. Ze hebben toen samen Spoorloos gebeld, Martijn is gevonden en hun vader is zelfs naar Adri gereden. Martijn heeft toen weer een brief geschreven, ditmaal met de mededeling, naast dat hij niet gevonden wilde worden dat hij aids had. 

Zou dit dan ook het moment zijn waar Tineke over vertelde in aflevering 4

Ti: En later dat zijn vader hem op had gezocht en dat hij hem de deur had gewezen, omdat hij nog heel raar naar hem deed. En later lag zijn moeder in het ziekenhuis, toen is hij daar een keer op bezoek geweest en toen had hij ook weer een aanvaring met zijn vader en later vertelde hij aan ons dat zijn moeder was overleden. Dus op dat moment heeft hij een soort van de deur dicht gedaan, denk ik. Maar wat daar van waar is, 

 

Ik vind dit heel intrigerend, maar ik weet niet goed hoe ik kan uitzoeken hoe dit nou in elkaar steekt. Spoorloos heeft er geen archief van en Hans was niet mee toen zijn vader naar Adri ging. Els had geen contact meer met haar ouders en Linda kan het zich niet goed herinneren, behalve dan dat zij nooit van haar ouders gehoord heeft dat er weer contact met Martijn is geweest. Daarom gaan we terug naar het gesprek met Hans, ik heb een aantal herinneringen die ik met hem wil bespreken.

 

T: he, kan je je herinneren of Martijn dan in dat tussenjaar, dat hij veel bij jou was in dat huis. Of hij daar dan wel eens vriendschap had of... eh, jij zei dat je toen nog niet wist dat hij homo was?

H: Volgens mij niet... niet uitgesproken

T: Maar kan je je wel eens herinneren dat hij verliefd geweest of over verliefdheid heeft gesproken of... dat hij iets had met iemand?

H: Wel een keer dat hij een vriendinnetje had, maar die heb ik nooit gezien.

T: oh

H: ja, ik weet ook niet meer hoe ze heette. Maar dat kan van alles zijn. Het kan zijn dat hij gewoon een vriendinnetje had en dat hij er geen seksuele relatie mee had of wat dan ook, dat weet ik allemaal niet. Maar dat was gewoon ook, ja, want Martijn was ook gewoon een beetje onzijdig, wat dat betreft.

T: ja

H: seksloos, laat ik het zo zeggen.

T: Nou ja, daarin was hij dus ook ondoorgrondelijk. Eigenlijk want.

H: ja, ja, ja zeker

T: Tineke zei namelijk precies hetzelfde, ze gebruikte zelfs hetzelfde woord, seksloos

H: Ja

 

T: kan je herinneren toen in de jaren 80 woonde Martijn boven die lijstenwinkel op de Grote Overstraat misschien anders op de Kleine Overstraat in die kamer van die vriend van jou. 

H: Ja, klopt. Dat was ook de eigenaar van die lijstenwinkel

T: dat kan. En die ging op....

H: Hoe heette die ook alweer. Goh, ja, die namen ook allemaal

T: ik kan me ook niet herinneren, maar ik weet wel dus dat Martijn twee maanden in die kamer, want die jongen ging...

H: ja, dat weet ik ook nog

T: ging op wereldreis of hij ging reizen of zoiets en toen heeft Martijn daar geld van hem gestolen, he?

H: Ja. John heette hij, nou weet ik het weer, John, maar die achternaam dat weet ik niet meer.

T: En dat hij toen de pinpas gevonden heeft met de pincode en toen ongeveer 2.000 gulden heeft opgehaald en dat hij toen op de vlucht is geslagen. Toen zijn jij en je vader naar Amsterdam geweest om hem te zoeken en na een paar dagen hebben jullie hem gevonden. 

Kan je dat herinneren?

H: nee, dat kan ik me niet herinneren, maar ik weet wel dat wij toen naar Amsterdam.... Oh ja, toen. Ja, dat weet ik nog, ja! Maar waar was dat ook alweer, want dat was toen ook. Wij kenden toen ook.... Ja, ik kende wat mensen in Amsterdam vanuit de housescene enzovoorts.

T: Ja

H: en ehmmm.... Maar ik weet niet meer hoe dat toen gegaan is, Terry, dat weet ik niet meer precies.

T: ik weet het namelijk ook niet. Ik weet wel dat Martijn er dus daarna niet over wilde praten, dus dat...

H: nee, dat klopt.

T: dus dat hij .... En dat jullie mij toen verteld hebben dat hij echt min of meer in de goot lag dus daar heb ik een beeld bij in mijn hoofd gevormd hoe dat er dan uit moest zien...

H: hij klapte ook volledig dicht in die tijd, volledig.

T: ja

H: hij wilde ook helemaal niet meer praten, hij wilde niets vertellen en... hij wilde alleen nog maar depressief zijn, laat ik het maar zo zeggen. Of ja, wilde die. Hij kon voor zijn gevoel niet anders, denk ik.

T: eigenlijk waren dat best wel nare voorbodes. 

H: ja, klopt, ja, ja

 

T: als jij Martijn zou moeten omschrijven wat voor, wat voor soort jongen was hij voor jou.

H: oh dat vind ik heel moeilijk om dat in een paar zinnen te beschrijven. In eerste instantie een ongelooflijk lief en zacht karakter. Niet alleen lief maar ook bijzonder intelligent. Het was een hele slimme jongen. Nooit van zins geweest om iemand of iets ook maar kwaad te doen en voor de rest herinner ik mij Martijn als mijn broertje en mijn allerliefste broertje en dat zal hij altijd blijven. En ik pestte hem wel eens en daar ben jij ook weleens bij geweest. Want jullie met z’n tweeën konden mij ook behoorlijk het bloed van de nagels vandaan halen, kan ik me nog herinneren. Want dan was ik bijvoorbeeld aan het studeren voor tentamens of zo, want dat deed ik altijd op het laatste moment. En dan kwamen jullie met z’n tweeën, weet je wel. Nou dan…maar het is nooit zo geweest dat ik gedacht heb: ik verkoop Martijn een tik of zo of wat dan ook. Dat ik agressief ben geweest tegen hem. Ja misschien wel verbaal, maar nooit lichamelijk, nooit fysiek. Wat dat betreft is de drang om beschermend te zijn tegenover Martijn altijd groter geweest dan kwaad om hem te worden of wat dan ook. Want dat was altijd maar van korte duur.

 

Een paar dagen na het telefoongesprek mailt Hans over het volgende.

He Ter, 

Hebben we zolang lopen lullen, bedacht ik gisteren ineens dat we het helemaal niet over Annemieke hebben gehad. Ik heb geen contact meer met haar, maar zij was een hele goede vriendin van ons. Ze is na het "house avontuur’ in Amsterdam blijven hangen.

Annemiekie, ik weet niet goed hoe het nu met haar gaat. Ze kende Tinus natuurlijk op haar manier, maar wij wisten wel van elkaar wat we beleefden, geloof ik. 

Spreek je snel weer,

Hans.

 

Annemieke, het zegt me niet echt iets. Of ja, heel vaag ergens. De vriendenclub splitste in de tijd wat af. Annemieke hoorde bij de nieuwe club, ik heb haar zelf niet gekend, volgens mij. Ik ga op zoek naar haar op internet, vind haar gegevens en mail haar met de vraag of we kunnen bellen.

 

Dit was aflevering 10 van Het Fantastische leven van Martijn. In de volgende aflevering gaan David en ik weer op bezoek bij Els die brieven van Martijn heeft gevonden. En ik spreek Annemieke, waarna mijn hele wereld op zijn kop staat

 

D: maar jeetje Terry, ik ben nu ook wel in shock hoor.

T: ik ben eigenlijk vooral gewoon in shock he. Ik dacht wel dat Annemieke dus iets te melden had, maar ik wist dus niet dat ze zo close waren en wat ze te melden had was natuurlijk zo extreem intens en verandert het volledig... alles verandert weer