Het fantastische leven van Martijn

Aflevering 17 Carla

January 13, 2023 Terry de Roode Season 1 Episode 17
Het fantastische leven van Martijn
Aflevering 17 Carla
Show Notes Transcript

In aflevering  17 spreekt Terry  met Carla, de moeder van Judith over hoe zij Martijn als tiener heeft leren kennen en over de dagen dat Martijn bij hen in huis verbleef en vertelt David over het proces rondom een coming out. Terry vindt in de spullen van haar moeder nog iets heel bijzonders!

De podcast Het fantastische leven van Martijn bestaat uit 21 delen. De podcast is een De Roode Productie. De opname, redactie, samenstelling en montage deed Terry. David Paul was naast mede-interviewer ook sparring partner. Eric maakte de muziek, het sounddesign en deed de eindmontage. Wouter ontwierp het logo, de foto is van Tobias Arhelger | Dreamstime

Wil je iets aan ons kwijt? Mail naar podcast@deroodeproducties.nl

Aflevering 17 Carla 

Welkom terug bij de podcast Het Fantastische leven van Martijn, een zoektocht naar een verloren vriendschap.


 In deze aflevering doe ik weer een bijzondere vondst en ik spreek David over het proces rondom een coming out, maar we beginnen met Carla, de moeder van Judith.


Judith vertelde pasgeleden dat Carla na de eerste verdwijning van Martijn naar zijn ouders is gegaan om te praten, dat was voor mij nieuw. Ik ben benieuwd waarom zij dat deed, maakte zij zich wellicht toch al zorgen om Martijn? En hoe kijkt zij naar die dagen dat Martijn bij hen heeft gezeten? Wat ik ook interessant vind is dat Carla ons als kinderen en pubers heeft gekend. Wat was haar beeld van Martijn?

Mijn gedachten dwalen af naar onze tienertijd en ik denk terug aan die vele uren die wij bij Judith en Carla op de flat doorbrachten. Ik besef hoe bijzonder de rol was die Carla onze hele middelbareschooltijd vervulde. Zij was voor mij op vele manieren een rolmodel: geëmancipeerd, creatief, politiek bewust, open minded maar ook moederlijk, beschermend, warm en lief. Daarnaast was Carla openlijk biseksueel, ze had een relatie met een andere vrouw, toevallig ook Carla genaamd. In het gesprek met Judith en Manon, in aflevering 6 kwamen Carla en Carla al ter sprake.

Met beiden Carla’s konden we discussies voeren, onze mening leren vormen en over onze problemen praten. Er was eigenlijk geen onderwerp dat niet besproken kon worden. We mochten de Carla’s trouwens ook bij de voornaam noemen, dat was voor ons echt niet normaal in die tijd. We moesten meestal mevrouw en meneer tegen de ouders van vrienden zeggen. Hoe dan ook, het zorgde ervoor dat ik me gezien en serieus genomen voelde. 

 

Carla is inmiddels de 80 jaar gepasseerd en woont in een zonnige aanleunflat in Deventer.  

Ik heb er zin in om haar weer te zien, het is alweer een paar jaar geleden dat ik haar voor het laatst gesproken heb. Natuurlijk is Judith er ook.

 

T: We zitten hier lekker aan de thee en koffie met een heerlijke koek erbij en nou ja, we gaan het hebben over Martijn. 

C: op de eerste plaats vind ik het heel erg leuk dat je er bent. Ten tweede heb ik heel veel aan Martijn gedacht de laatste tijd en ik zie hem dan zoals hij was toen ik hem voor het laatst heb gezien. Toen, denk ik, waren jullie allemaal, middelbare scholieren of jullie gingen uit, weet je wel, zo. Die periode. Ja, daar heb ik heel veel aan gedacht. 

T: kan jij vertellen hoe jij Martijn herinnert? 

C: als een hele lieve zachte jongen

T: ja

C: die het naar mijn idee heerlijk vond als ie gewoon bij Judith was, bij ons was en Carla was er natuurlijk ook in die tijd, dus dat zat dan broederlijk, zusterlijk zaten die twee ook naar de TV te kijken en zo.

T: ja, hij voelde zich thuis

C: hij voelde zich gewoon thuis, ja. 

J: voor mij was hij gewoon een hele lieve gezellige vriend. We gingen gezellig samen die Hill Street Blues, waren we samen dol op. En spelletjes spelen en waarschijnlijk heb ik heel veel tegen hem aan lopen zeuren over vriendjes en gebroken harten. Ik weet wel dat hij als jonge jongen beweerde die dan, zeg maar, dat hij Sammy Jo, weet je wel, van Dynastie leuk vond. Dat was een van zijn...

T: oh... Sammy Jo?

J: Heather Locklear

T: oh ja, oh die ja. Kan natuurlijk dat hij dat toen ook leuk vond

J: We zijn ook nog een keer gezellig met zijn tweetjes naar Diny’s baby gaan kijken dus met een fiets naar Olst gefietst om daar. 

Allen: Hahaha: 

J: Dat soort dingen. Helemaal afgepeigerd. En dan ’s avonds nog uit.

T: Tuurlijk.

J: ja

T: He, kun je herinneren, kunnen jullie herinneren wanneer het ongeveer was dat hij hier toen geweest is? 

J: weet ik eigenlijk allemaal ook niet meer zo heel goed. Ik denk dat hij alleen maar op de Wezenlandflat nog bij ons is geweest en daarna heb ik hem eigenlijk vrijwel niet meer gezien.

T: dus Martijn zal dan waarschijnlijk in 87/ 88 bij jullie geweest zijn

J: zoiets

C: ik denk het wel, dat het in die tijd was ja.

T: hij kwam hier toen aan en bleef en zei mijn ouders zijn een week op vakantie of wat?

J: ja, hij kon er niet meer in, volgens mij. Misschien zijn sleutel kwijt of weet ik veel wat. In ieder geval hij kon niet meer het huis in en had zoiets van dan blijf ik wel hier.

T: Ja,

C: En ik ben er toen nog een keer bij de moeder aan deur geweest.

T: Ja,

C: ja, want het is een beetje raar, maar je krijgt dan van andere kanten te horen dat die jongen gewoon een poos weg was geweest en bij mij was geweest. 

T: dus je had het gevoel dat het jou kwalijk werd genomen.

C: ja, het werd we me heel erg kwalijk genomen, ja

T: want verweet zijn moeder iets aan jou? Heeft ze dat letterlijk tegen jou gezegd toen je daar aan de deur stond?

C: ja eh... dat weet ik ook niet meer zo goed, maar ik weet ja... het werd aan de deur afgehandeld. 

T: het was ook wel, denk ik, echt een heel ander dorp. Ook al zat er, ik heb net gezien, 1,6 km of 1,3 km tussen ons huis via de weg. Ik denk dat het hemelsbreed nog minder is geweest, maar ik denk wel dat het echt een andere wereld was, het dorp Schalkhaar.

C: ja, Ik kreeg het gevoel dat ik het slechte mens was wat jullie allemaal op het verkeerde pad bracht

Allen: hahaha

C: dat was echt heel gek. 

T: op dit moment bij jij de enige volwassene die toen volwassen was die ons als kinderen heeft zien opgroeien. Maakte jij je wel eens zorgen over Martijn?

C: nee. Niet toen jullie gewoon gezellig, bij elkaar, bij mij. Nee.

T: Nee. Er was geen aanleiding. Je had niet ook... ik dacht ook even misschien ben jij toen naar die moeder gegaan om te praten omdat je je zorgen maakte?

C: nee, ik heb toen niet aan Martijn gemerkt dat hij zo bezig was met zijn identiteit of dat hij er toen naar op zoek was of zo. Dat weet ik niet.

J: nee, maar wat ik nooit begrepen heb en dat heb ik ook al meteen tegen je gezegd is dat, hij kwam bij ons thuis. Echt een makkelijk en zeg maar, waar je alles kwijt kan en ja. Dat bij Carla, niet bij Carla, maar bij Carla en dan niet jezelf kunnen zijn, nou, sorry hoor. 

C: ik had wel als jij met Martijn was, oh, broertje en zusje, weet je wel, zo

T: ja. Kan je herinneren dat je diepe gesprekken met hem hebt gehad van volwassene tot kind? 

C: nee, niet zo, nee, nee. Dat was meer met jullie, dus met de meisjes. 

T: nee

C: dus dan was die behoorlijke gesloten jongen. 

 

J: Maar ook na dat ene weekje, daarna heb ik nooit meer echt een warm contact met hem gehad. Niets. Ik bedoel ik heb hem wel een paar keer gezien, maar het was altijd heel afstandelijk.

C: ja

J: dus die vriendschap was daarna eigenlijk gewoon 

C: weg

J: weg

T: wat raar, want er was niks gebeurd, toch? 

C: nee, helemaal niets

J: nee, ik ben nooit boos op hem geworden, ik heb nooit gemopperd op hem, maar ik heb nooit meer echt, echt gezien.

T: nee, dus het lijkt wel elke keer als iemand te dichtbij komt ....

C: ja, dat bedoel ik dan eigenlijk ook, ja. Want ik denk dat kon hij waarschijnlijk niet

T: nee

C: en dat is dan ook al heel jong begonnen. Dat vluchtgedrag was er natuurlijk toen ook al, anders was hij nog wel een keer teruggekomen.

J: ja

T: ja

C: dat had hij gewoon kunnen zeggen, dat hij weg was gegaan en dat zijn ouders niet op vakantie, weet ik wat er precies was, maar ja, als hij dan zo bij ons zat, wat er dan allemaal in hem omging. Want dan dacht je dat er een heel tevreden jongetje zat. En waarschijnlijk was hij dan op dat moment ook tevreden.

T: maar ik denk ook dat hij de confrontatie nooit is aangegaan met zijn ouders. Ik denk dat ie geen enkele confrontatie.... Ik kan me ook niet herinneren dat ik ooit zelf met hem een confrontatie heb gehad over iets.

J: ik ook niet.

C: Hij heeft ook nooit geklaagd van dat het thuis streng was of zo

J: nee, ik had ook niet het idee dat hij niets mocht van huis

T: nuh... 

J: volgens mij was die moeder ook best wel een lief mens of zo, ik weet eigenlijk meer. Althans, dat was idee... zijn vader was streng en een beetje bozig omdat hij werkeloos was en zijn moeder was volgens mij gewoon een normaalgesproken lief, zal ik maar zeggen

C: ik denk dat die moeder waarschijnlijk wel lief was, maar ook onder de plak zat van de vader. Het was natuurlijk ook de tijd dat de vaders gewoon de baas in huis waren, dan moet je het ook in die tijd plaatsen.

T: ja. 

T: en wat jij ook terecht zegt, als het bij jullie niet kon... Daar heeft het niet aan gelegen, volgens mij. Het lag niet aan jullie of aan ons.

C: nee, ik denk aan hem aan dat lieve jongetje maar absoluut niet aan een breekbaar jongentje of zo, echt niet. 

J: ja

T: ja

 

Dit is de eerste keer dat ik dat hardop uitspreek, het lag niet aan ons. 

Ik dacht lang dat de worsteling rondom zijn homoseksualiteit de belangrijkste reden voor Martijn is geweest om te breken met Deventer. Ik vond het logisch dat Martijn ruimte nodig had om te onderzoeken wie hij zelf was en ging ervan uit dat hij, als hij er zelf mee in het reine was gekomen, ook weer ruimte voor contact met zijn oude vrienden en zijn familie zou hebben. 

Automatisch nam ik in die gedachtestroom ook mijn rol in onze vriendschap onder de loep, want de breuk had me aan het twijfelen gebracht. Ik heb me vaak afgevraagd: Waarom voelde Martijn zich niet veilig genoeg om in onze vriendengroep op zoek te gaan naar wie hij zelf was, naar zijn seksuele voorkeur? 

Was ik misschien te star, gaf ik hem dan te weinig ruimte, was ik te veroordelend? 

Maar na het gesprek met Carla denk ik voor het eerst dat wij niet veel meer hadden kunnen doen op dit vlak. Dat het niet aan ons of bij ons lag. Ik vraag ik me nu vooral af, net als Judith en Manon al eerder deden: Waarom kon Martijn niet met ons delen wat er in hem omging? Waarom is het zo lastig om voor je seksuele geaardheid uit te komen? Ik realiseer me dat ik weinig weet over het proces rondom een coming out. Ik praat met enkele vrienden over hoe dat bij hen ging. Herkenbare rolmodellen in de puberteit en eigen verwachting spelen een belangrijke rol, geeft iedereen aan. Ik verdiep me verder op het internet en kom op een aantal recente artikelen. Het is een actueel onderwerp. De achtergrondartikelen geven ook een beeld van de periode voorafgaand aan de coming out. Het is vaak onzichtbaar, omdat er niet openlijk geëxperimenteerd kan worden. Dat maakt dat het onveilig is en dat er niet veel over gepraat wordt. Ook 

Ik bel David, vraag of hij langs wil komen en leg mijn vraagstuk aan hem voor. David is namelijk, naast mijn podcastpartner, ook actief op het gebied van LHBTI rechten.

 

T: Dus ik vraag me voor Martijn af, in hoeverre waren er rolmodellen voor jou en wat doet dat als er helemaal geen voorbeelden zijn

D: ja, nou ja, ik kan niet voor Martijn praten natuurlijk, ik ben zelf ook homoseksueel en ik nah een generatie verder, misschien wel drie generaties verder

Allen hahaha

T: nou, wat ik zat te denken, toen wij seksuele voorlichting op school kregen ging het toen he, volgens mij was dat in groep 8, ging het dan bijvoorbeeld ook over, kon je, werd er gepraat over homoseksuele relaties, of waren er voorbeelden op school, waren er jongens of meisjes die bijvoorbeeld al op hun 15e al voor hun geaardheid uitkwamen.

D: toen was er nog geen Jos Brink

T: Ja, die waren er dus wel, maar dat waren gewoon entertainmentmannen, dus die waren een beetje grappig en die maakten zelfspot, die hielden van dans en van theater enz. Hele extravagante extraverte mannen, die werden wel getolereerd, maar die waren ver weg. 

Had je dan bijvoorbeeld in films, in boeken, had je daar dan rolmodellen. Ook niet, zaten nooit homorelaties in

D: dat is nog steeds bijna niet, he? Het was een unicum, vijf jaar geleden dat er in Goede Tijden, Slechte Tijden een normale homorelatie was met een normaal huwelijk. 

Maar veel mensen in ieder geval ook in de jaren 90 waarin ik kind was groeien op met het Jip & Janneke beeld en daar is verschuiving in en er zijn veel meer rolmodellen en...

Maar dat is voor mij he, toen ik elf, twaalf ... nou ja, dan krijg je seksuele gevoelens dus dan voel je van binnen ook dat die toch niet naar meisjes gericht zijn, wat iedereen van je verwacht, maar dat die naar mannen gericht zijn en dan was voor mij toch nog wel een langdurige hoge drempel omdat dat dan te openbaren, daarmee moest je dan uit de kast komen. Ik heb er jaren over gedaan om met mezelf in het reine te komen dat ik ben wie ik ben. 

T: volgens mij is dat het belangrijkste, he, erkennen wie jezelf bent, 

D: ook ontdekken wie jezelf bent

T: ja 
D: het is een punt in je leven waar je eigenlijk zegt: dit ben ik en ik ben hier tevreden mee en accepteer me maar. En er zijn altijd... en bij de een duurt dat 10 jaar, bij de ander 20 jaar en bij de ander levenslang, er is altijd een periode... voor. Dat je eigenlijk met jezelf in het reine moet komen, dat je ogenschijnlijk anders bent dan de anderen. Het normaal zijn van mannetje, vrouwtje, samen kindje, ik ben in een vrije omgeving, alles om geen issue te hebben

T: en je bent een extravert persoon

D: en ik heb toch vier jaar lang met dat hele grote probleem mezelf rondgelopen en dingen moeten onderzoeken en ontdekken 

T: ik denk dat Martijn, dat hij zo introvert was dat hij minstens dezelfde struggle heeft gehad. Ik denk dat Martijn inderdaad dus hier en daar misschien gevoelens heeft gehad en misschien ook wel wat gekust heeft met jongens maar daar in ieder geval toen nog niet over praatte. Mogelijk niet eens dus goed kon duiden wat het was, omdat hij misschien geen referentiekader had, zich... hij was duidelijk in ieder geval geen Jos Brink. Het was geen entertainer, het was niet iemand die op de tafels stond te dansen en het podium zocht.. 

D: maar naar jou toe heeft hij ook laten zien dat het geen issue was. 

T: ja. Maar wat in ieder geval fijn is, als ik naar de zoektocht kijk, is dat je kan concluderen. Hij heeft gestruggeld en daarna was er acceptatie. Dus vanaf het moment dat ik hem dus ook echt niet meer ken, maar dat hij bij Adri in de familie komt, daarna zeggen alle mensen dat het geen issue was. Dat hij daar ook vrij oversprak. Maar misschien waren wij ook jonger volwassen, die meiden en ik, dus Manon, Judith en ik, wij waren constant bezig dus met allerlei jongens en zo en Martijn leek op dat moment dus niet mee te experimenteren.

D: maar misschien deed hij dat in zijn eigen wereld. Ik heb flink geëxperimenteerd voor mijn coming out en rond mijn coming out, zonder dat iemand het wist.

T: maar met echte mensen of in je gedachten.

D: gewoon met echte mensen. Die seksuele zoektocht was van mij, was mijn wereld. Dat ik mannen, jongens, op diverse plekken ontmoette, maar ik heb dat altijd, niet bewust, maar ik heb dat altijd echt voor mezelf gehouden. 

T: maar precies, dat. Zeg maar, dit stuk van de coming out is een..., omdat je dus iets gaat... omdat je gevoel hebt wat tegen de heersende norm ingaat, ga je dus heel erg in het geniep experimenteren. 

D: het risico in die homowereld, en dat is nog steeds zo, is dat heel oude homomannen kicken op pubers, op jonge homo’s, die in die zoektocht zitten en er komen inmiddels steeds meer verhalen naar buiten. En bijna iedere homoseksueel die ik ken heeft dat gehad.

T: ja

D: Oudere mannen, 40 plus homomannen, hebben jarenlange alle ruimte gehad in de visvijver van bakvissen.

T: ja, ik denk dat je daar... dat dat dus ...Martijn ook gebeurd zal zijn. Geen idee welke periode dan, he

D: nou ja, in de homowereld is dat denk ik decennialang heel normaal geweest.

T: ja, omdat het zo underground was

D: ja

T: ja

D: het begint nu pas dat jonge homo’s zich beginnen uit te spreken en dat dat niet meer als normaal gezien wordt. Maar ik denk dat het decennialang en zeker in jullie tijd de normaalste zaak van de wereld is geweest.

 

Dit zou in mijn ogen een mogelijke verklaring kunnen zijn waarom Martijn voor de breuk niet over zijn homoseksualiteit kon praten, maar dat het na de breuk geen issue meer lijkt te zijn. Mogelijk had hij die hele periode van drank, drugs en experimenteren met mannen nodig om vrijer te worden en zijn geaardheid te accepteren. 

 

Het is een roerige tijd in mijn privéleven. Mijn moeder verhuist plotseling naar een verpleegtehuis. Mijn jongste zus en ik ontruimen haar aanleunflat. We gaan door haar papieren, brieven, foto’s en bidprentjes. We selecteren wat er wel en niet bewaard moet blijven, voor ons of anders voor haar zussen of broers. Dan vind ik iets heel bijzonders. Iets waarvan ik niet wist dat het bestond. Een dagboek van mijn moeder uit het jaar 1988.

Ik mag het meenemen van mijn zusje en op zondagochtend sta ik vroeg op om het te lezen. Het begint in mei en houdt op in december 1988. De inhoud is oppervlakkig, het zijn beschrijvingen van het dagelijks leven. Maar, en dat vind ik echt ongelooflijk, mijn moeder heeft geschreven over de 1e verdwijning van Martijn….

Een week later rijd ik naar Judith in Leiden om de inhoud van het dagboek met haar te bespreken. We installeren ons in de woonkamer, waar haar kinderen ook gezellig aan de eettafel zitten te gamen

 

T: kijk, dit is het. 

J: ja

T: En dit is uit het jaar ’88. En mijn moeder schrijft dus, dat had ik je al even laten weten, over die eerste verdwijning van Martijn. Ik denk dat ik het beste dat maar even kan voorlezen en dan kunnen we er daarna over verder praten, want hij was dan natuurlijk bij jou. Nou, het is vrij lastig te lezen, het is natuurlijk ook door de tijd, maar ze heeft een soort roze pen. Alleen, het is een beetje aan beide kanten doorgedrukt. Ze heeft wel een mooi regelmatig handschrift. Het begint op woensdag 6 juli 1988 en dan, dat gaat eerst ergens anders over en dan komt ze op het volgende

Overigens zitten we al vanaf maandag, dat is dan 4 juli 1988, in de zorgen over Martijn. Toen zijn ouders zaterdag thuiskwamen lag er een briefje dat hij naar Amsterdam was en woensdag of donderdag terug zou komen. Omdat dat al eerder afgesproken was, verbaasde hen dat niets. Maar maandag werden ze opgebeld door een boekhandel uit Deventer dat hij daar zaterdag de boekenserie van Dr. de Jong te koop had aangeboden. Toen belde ze naar zijn logeeradres in Amsterdam en daar bleek hij helemaal niet aangekomen te zijn. Hij bleek bij wat nazoeken ook een behoorlijke schuld op zijn girorekening te hebben. Toen Marie-Thérèse later, dat ben ik dus, thuiskwam belde ze naar Judith en daar bleek hij te zijn. Marie-Thérèse zei toen tegen hem: ga direct naar huis of bel met je moeder want zij zit stijf van de zenuwen. Hij had toen het smoesje dat hij hele weekend al naar huis had gebeld maar dat de telefoon het niet deed. Hij heeft toen ook nog naar huis gebeld en gezegd dat hij er aan kwam. Hij is bij Judith ook om 20:15 uur weggegaan, maar niet thuisgekomen. En dat duurt nu al drie dagen. Niemand weet waar hij zit. Zowel Ruud, als Hans als Marie-Thérèse hebben de hele stad al afgezocht, maar er is geen teken van hem te vinden. En die onzekerheid is heel erg. Maar hopen dat dat goed afloopt.

 

T: Maandag 11 juli.

 

Nou, Martijn is weer heelhuids terug. Woensdagavond belde Ruud dat hij overstuur was aangekomen bij Nicole. Hij was vorige week maandag na het telefoontje vanaf Judith op de fiets gestapt en naar Amersfoort gefietst. Daar bracht hij de nacht door in de open lucht. Dinsdag heeft hij toen in Amersfoort rondgezworven en zich ’s avonds bij de politie gemeld. Toen hij daar zei dat hij geen onderdak had, werd hem niets gevraagd en kreeg hij nog eten toe ook. In elk geval is hij nu weer terug en hij zal zelf een oplossing voor zijn problemen moeten vinden. 

T: en dan gaat het over mij en dan heb ik de keuken schoongemaakt. Dus daar gaat het dan verder over. Dus dat was het!

J: ja!

T: jeetje. Ik dacht altijd trouwens dat hij naar Arnhem was gefietst

J: ja, dat dacht ik ook.

T: dat is dan ook wel weer mooi, he, dat dan door zo’n... Dat je dus nu bewijs hebt van dat moment. Dat we dus nu weten dat het Amersfoort is en ik dacht ook dat het maar een nacht was, dat hij weg was. Maar hij is dus ook nog een nacht buiten geweest. Ik zat te denken net in de auto, als je dus om 20:15 ’s avonds, ook al is het zomer, naar Amersfoort fietst. Dat is toch vanuit Deventer ook nog wel een kilometer of 70. 

J: dat lijkt me een behoorlijk eind fietsen, ja. Hoe krijg je het voor elkaar?

T: dan wordt toch ook in de zomer op een gegeven moment donker. Dus hij moet toch in het donker zijn aangekomen daar?
J: ja, dat lijkt mij ook inderdaad. Wat een bizar verhaal. Ja

T: kan je je dan herinneren bijvoorbeeld dat hij dan gestrest of gespannen was? 

J: nee, ik vond het natuurlijk reuzegezellig, dus hij kwam bij mij aan en hij had natuurlijk naar huis proberen te bellen en gezegd dat dat niet ging. Maar ja, hij was natuurlijk wel vaker bij ons en op zich was dat allemaal niet zo gek.

T: He, en wat deden jullie dan? 

J: ik weet niet meer precies wat we allemaal gedaan hebben, maar ik weet in ieder geval dat we heel gezellig een boek ’s avonds aan elkaar voor zitten lezen.

T: ohja?

J: dat was de Vrouwendecamerone, dat was echt een heel mooi boek. En daar kon je gewoon ook echt verhalen uithalen en aan elkaar voorlezen en dat hebben we heel gezellig liggen doen.

 

T: ik ga even proberen een reconstructie van de tijd te maken. 

J: ja, ik had echt geen idee meer wanneer het precies was. Ik vind het wel grappig dat we nu ongeveer de datum in ieder geval weten

T: dit is de eerste keer, daarvan weten we nu dat hij 17 jaar was, bijna 18. En dit is dus ook de zomer geweest dat hij zijn diploma gehaald heeft van het VWO. Dus hij was hier al een maand vrij. Je had ook niet het idee dat hij bijvoorbeeld onder de drugs zat of hij ging ook niet drinken.

J: nee, dat zou ik me echt niet meer herinneren. Maar ja, ik was ook niet zijn drink of drugsvriendinnetje, natuurlijk. Ik dronk bijna niet en gebruikte ook geen drugs, dus daar zou hij niet voor bij mij aankomen.

Allen: hahaha

T: nee, dat is zeker waar. Maar ik kan me voorstellen, ja, nee, trouwens. Dit is aan het begin van het tussenjaar, dus hij gaat in dat tussenjaar, gaat dus heel veel gebruiken bij Hans. 

Maar het gekke is mijn ouders die zijn op 21 juli 89, waren zijn 25 jaar getrouwd en daar heb ik dus ook recent een fotoboek van teruggevonden waarin Martijn dus pontificaal... Het zijn allemaal van die staatsieportretten, van die hele ouderwetse portretten gemaakt van dat feest en Martijn zit in het staatsieportret zit hij gewoon tussen mij en mijn ouders in. Daar was ik ook heel erg verbaasd over, ik kon me dat helemaal niet herinneren dat hij daarbij was. 

J: oh, wat grappig. Maar ik moet wel lachen om dat verhaal van die foto’s want ik ben een keertje met Martijn bij een een of ander feestje geweest bij een vriendin van Ceciel thuis en toen waren een beetje vervelend en probeerden we echt in elke foto probeerden we terecht te komen. 

Beiden: hahaha

J: we waren echt ontzettend aan het klieren. In Gorssel toen nog. Misschien vond hij het leuk om overal op de foto te zitten.

T: kijk, die foto’s heb ik misschien nog wel bij me. Ik zeg altijd wel: hij was kind aan huis bij ons, maar ik kan me niet herinneren dat hij zo kind aan huis was.

J: haha

T: dus ik kan dit ook helemaal niet verklaren, ik vind dit zelf dus ook heel grappig. Kijk. Zo met mijn oma en mijn tante en Martijn dus

J: oh...

T: maar goed, dit is van juli ’89.

 

Dit is een goed moment om weer naar de tijdlijn te kijken. We weten nu dat de 1e verdwijning in juli ‘88 was en dat Martijn na de zomer van ’89 in Amsterdam ging studeren, waar hij eerst bij een vriendin van Linda woonde en in het voorjaar van ’90 naar de studentenflat verhuisde. Er is ook een 2e verdwijning van Martijn geweest, die keer toen hij geld gestolen heeft van een vriend van Hans. Ik heb een foto van Martijn in die kamer van die vriend, op de achterkant staat 1989. Ik kan helaas niet meer informatie over deze verdwijning vinden, maar ik heb wel een mogelijke verklaring waarom Martijn op die familiefoto’s van ons staat alsof hij een broer is. In het dagboek van mijn moeder komt Martijn namelijk nog een keer voor. Op 9 augustus schrijft mijn moeder. “Martijn kwam om half twee vanmiddag voor de gezelligheid bij ons binnen. Ik vind het fijn dat hij zich kennelijk bij ons op zijn gemak voelt. Ik heb hem de eerste beginselen van klaverjassen bijgebracht, benieuwd of hij dat morgen nog weet”

Als ik de tijdlijn op een rijtje zet, dan denk ik dat Martijn vlak voor de zomer van 89 voor de tweede keer verdwenen is. Ik licht Judith toe waarom ik dat denk.

 

Ik vermoed dat dit dus naar de tweede verdwijning is geweest en dat mijn moeder, mijn moeder was wel iemand die altijd probeerde de underdog te redden. Dat mijn moeder gedacht heeft, ik moet iets doen om te zorgen dat die jongen, dat hij zich weer goed voelt o dat het beter gaat. Nou, mag hij mee bij ons op het 25-jarige huwelijksfeest. Daar zal hij heel blij mee geweest zijn, maar hij ziet er wel... maar hij ziet er wel echt uit alsof hij zich super thuis voelt. Maar goed, jij hebt in die twee dagen tijd niet een keer gedacht van Goh, hij is in gedachten weggezonken of is nou gekweld of zit hij nou ergens mee.

J: nee, ik denk dat ik het veel te leuk vond dat hij er was, dat ik gewoon geen vragen heb gesteld.

T: je was gewoon niet zo heel kritisch

J: ik denk dat ik niet heel erg kritisch was, ik vond het gewoon veel te gezellig. Ja. Dus het was ook wel echt zo van “he shit, nou moet hij weer naar huis” toen jij me had opgebeld.

Maar ik heb hem ook nooit iets kwalijk genomen of.

T: maar heb je hem dan nog wel gesproken over die keer?

J: nee, ik heb hem er nooit meer overgesproken. 

T: zou het schaamte zijn dan? 

J: ik weet het niet. Ik denk dat hij niet naar huis durfde omdat hij gewoon die boeken had verkocht en zo kan ik niet naar huis, dat denk ik.

T: volgens mij heeft hij die boeken dus niet verkocht

J: niet?

T: nee, volgens mij heeft hij ze te koop aangeboden

J: ah, ok

T: en hij stond rood op zijn rekening. Even kijken hoor. Ehm.... ja, het is natuurlijk een beetje in het midden, maar er staat dat hij dus de boeken van de serie De Jong te koop had aangeboden 

J: ah ja, typisch

T: en hij bleek ook behoorlijke schuld op zijn girorekening te hebben. 

J: aha, dus zijn geld was gewoon op

T: ja, nou

J: 30 jaar later komen we daar ook een keer achter

T: godsamme

Allen: Hahaha

J: we zijn eruit hoor, hij had gewoon te eten nodig, 

T: nou

Allen: Hahaha

T: daar gaat je vriendschap

J: daar gaat mijn vriendschap, ik dacht dat ik een gezellige vriend had. Ja, wat een verhaal

T: ja

J: ja

Het blijft inderdaad een opvallend verhaal. We hoorden al van anderen dat Martijn zich schijnbaar volledig kan overgeven aan een situatie, een goede vriend kan zijn en dan, als hij ontmaskerd wordt, ik kan even geen beter woord vinden, de vriendschap eindigt. Hij kan of wil de band daarna niet meer herstellen.

Ook komt geldtekort of niet met geld om kunnen gaan vaak terug. Net als het niet kunnen praten over zichzelf.  Het zijn kenmerkende zaken in het levensverhaal van Martijn.

 

Dit was aflevering 17 van de podcast Het Fantastische leven van Martijn. In de volgende aflevering neem ik David mee naar Schalkhaar en praat ik met dorpshistoricus Herman over het dorp van onze jeugd. En samen met een aantal vriendinnen haal ik herinneringen op aan onze kindertijd

 

Y: oh deze hier, van die brave meisjes. Martijn staat hier ook wel weer heel schattig op, vind je niet? 

Allen hahaha

Y: zo’n lief koppie he 

T: Ja