Het fantastische leven van Martijn

Aflevering 19 De laatste jaren

January 17, 2023 Terry de Roode Season 1 Episode 19
Het fantastische leven van Martijn
Aflevering 19 De laatste jaren
Show Notes Transcript

In deze aflevering spreekt Terry met Jacqueline over de laatste periode dat Martijn in Brussel woonde en zoekt Terry verder naar informatie over Martijn in Dublin. Kent de  dakloze organisatie in Dublin Martijn misschien?

De podcast Het fantastische leven van Martijn bestaat uit 21 delen. De podcast is een De Roode Productie. De opname, redactie, samenstelling en montage deed Terry. David Paul was naast mede-interviewer ook sparring partner. Eric maakte de muziek, het sounddesign en deed de eindmontage. Wouter ontwierp het logo, de foto is van Tobias Arhelger | Dreamstime

Wil je iets aan ons kwijt? Mail naar podcast@deroodeproducties.nl

Aflevering 19 De laatste jaren

Welkom terug bij de podcast Het Fantastische leven van Martijn, een zoektocht naar een verloren vriendschap.

 

In deze aflevering spreek ik Jacqueline over de laatste keer dat Martijn in Brussel woonde en ik bereid de reis naar Dublin voor. Linda heeft Billy Lonigan gemaild, dat is de garda die Martijn destijds gevonden heeft op het universiteitsterrein. In afwachting van zijn antwoord zoek ik ook contact met de dakloze organisatie van Dublin, ik ben benieuwd of Martijn ben hen bekend is. 

 

Maar we beginnen met de tijdlijn. David komt langs om samen de informatie over de laatste jaren van Martijn op een rijtje te zetten.

 

D: zo. Je hebt al het een en ander klaargelegd, wat weten we nou eigenlijk allemaal al? 

T: we weten natuurlijk best wel veel eigenlijk tot en met Tineke. Alleen, hoe dat nou precies zit met die laatste periode van Martijn. Ik had Alexander aan de telefoon en die zei, oh maar ik heb wel wat informatie voor je. Ik heb hier tweemailtjes, een mailtje van Alexander aan Martijn en die is van 13 december 2008 en daarin begint Alexander met de vraag: Hoi Martijn heb je je spullen al gepakt of ben je al naar Amerika gevlogen? 

D: oké 

T: maar nu heeft hij nog een mail gestuurd doorgestuurd en die is van Martijn aan Alexander en die dateert van 23 januari 2009 dus een paar dagen na de inauguratie van Obama. Die mail heet Sweet home Chicago. Martijn zegt: 

howdie allemaal, belofte maakt schuld dus mijn eerste blog over Tinus Adventure in the USA. Reageren kan volgens mij Iedereen maar mailen kan natuurlijk ook altijd. En dan zegt hij: lots of love and peace from Obama town and land.

D: oh maar dat.… dan zat hij bij Tineke dan heeft hij tijdens de inauguratie en niet tijdens dat Obama het is geworden, maar tijdens de integratie heeft hij op dat zolderkamertje gezeten. Zitten joelen enzo

T: ja

D: denk ik

T: ik heb nu ook het paspoort gekregen van Linda

D: ohja

T: en die is uitgegeven op 11 september 2009 in de gemeente waar Tineke woont 

D: maar is het niet zo dat Tineke zei dat hij dit liet maken net voordat hij naar Dublin vertrok?

T: kijk, Tineke zegt dat Martijn 1,5 jaar bij haar gewoond heeft. Nou, laten we er even van uitgaan dat ie

D: ja

T: rond die wisseling van 2008, 9 bij Tineke is gekomen... Ja, dan moet hij bijna nog wel tot begin 2010 bij haar gewoond hebben. Dus dan heeft deze periode van 11 september heeft dan nog wel langer geduurd. Hij is dus van Tineke naar Ierland gegaan en van Ierland weer terug naar Brussel. Toen heeft hij weer bij Jacqueline gewoond. Vervolgens is hij daar verdwenen. Ik kan me herinneren dat mensen op de ceremonie zeiden dat ze anderhalf jaar lang geen contact hebben gehad met Martijn en dat zou dus betekenen dat hij ongeveer midden 2011 voor iedereen verdwenen is. 

D: Ja, dat is dan wel nog zoeken naar wat is er in die periode gebeurd? Heeft hij al die tijd in Ierland gezeten? 

T: ja dat kan, dat weten we natuurlijk niet. We weten eigenlijk nog steeds helemaal niks, dus ik hoop dat Jacqueline misschien wat aanknopingspunten heeft voor die laatste periode maar 

D: ik ben benieuwd wat je bij Jacqueline eruit krijgt. 

T: ja! Ik wil je nog iets laten zien. In de vorige aflevering hadden we het toch over dat schaatsen. Dat Martijn meeging naar het schaatsen? 

D: ja

T: ik vertelde dat aan mijn zusje en die stuurde mij een foto, kijk! Ik heb een foto van Martijn en mij en Judith

D: oh wat leuk!

T: en dit is, hebben we zitten terugrekenen, dit is in februari 1989. Maar daar zie je toch ook Martijn weer 

D: Helemaal genieten, maar het is een hele andere man dan op dat paspoort, joh. Hoeveel jaar zit daartussen.

T: eh... 20 jaar? 

D: oh ja, ok. Jouw krullen ook, jeetje

allen: hahaha

T: je ziet eigenlijk een hele ontspannen, vrolijke Martijn toch?
D: ja, vriendschap, gezelligheid

T: ja, op de tribune, van Thialf. Dat wilde ik je nog even laten zien.

 

Ik heb weer een belafspraak met Jacqueline over de laatste periode van Martijn in Brussel. Wellicht kan zij ook meer inzicht geven in de anderhalf jaar daarna, de tijd tot aan zijn overlijden. 

Martijn is dus vanaf Tineke de eerste keer vertrokken naar Ierland. Vanuit daar is hij weer teruggegaan naar Brussel. Hein vertelde eerder dat Martijn toen bij Jacqueline in huis ging wonen. Dat was in dat chique pand. Jacqueline vertelt hoe dat ging.

 

J: We hadden wel, zeg maar toen we Martijn in huis hebben genomen, we hadden een kamer over. We begrepen dat hij in geldnood zat en dat het niet goed ging in Ierland. Toen hebben we gezegd, kom maar bij ons. Toen hebben we zijn ticket terug betaald. Vermoedelijk zat hij toch wel in grote problemen daar in Ierland, maar goed, daar wisten we niets van. Dus toen hebben wij hem in huis genomen, daar hebben we een bepaalde, beperkte termijn aangesteld om te kijken of dat wel ging. Daarna ook een afspraak gemaakt over het betalen van de huur, want het was een heel duur huis, en die is hij heel slecht nagekomen, dus dat kan ik me nog wel herinneren. Ja, ja.

T: Hoe brachten jullie de avonden door? 

J: beetje Tv kijken. Hij ging vroeg naar bed, want dan moest ie drinken. Ik was altijd aan het werk van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, dus ik heb hem heel weinig gezien. Als we elkaar zagen was het gewoon goed. 

T: het was gewoon een gezellige huisgenoot. 

J: ja, vind ik wel, ja.

T: had je door dat hij op dat moment zo ver heen was? 

J: Nee, totaal niet. 

T: nee? 

J: nee, echt helemaal niet. Ik merkte het niet, nee. 

T: en het feit dat hij uit Ierland kwam? Dat het financieel zo slecht met hem ging. Denk je dat hij echt bij Microsoft gewerkt heeft? 

J: nee, denk ik niet. Ik denk dat hij op straat geleefd heeft.

T: en gezegd heeft dat hij bij Microsoft werkte? 

J: Ja. 

T: ik dacht ook Google, maar dat was Microsoft dus

J: Ja, dat is nooit helemaal duidelijk geworden he. Tenminste, dat zei hij, dat hij daar ook gewisseld is van baan. Dat hij in de eerste baan heel ongelukkig was, en in die tweede baan was het veel beter. 

T: en … ok

J: ik denk eerlijkgezegd dat het Microsoft-verhaal niet waar is, want dat heeft precies dezelfde klank als het Obama verhaal. Vanaf die tijd is het volgens mij eigenlijk al heel erg mis. 

T: ik denk dat hij bij het vertrek bij GroenLinks dat dat dan ongeveer zijn laatste baan is geweest? 

J: nee, hij heeft nog een keer een baan gehad, bij de Green European Foundation. Ik was destijds Secretaris van de Europese Groene Partij en ik heb Martijn destijds aanbevolen voor de GEF 

T: ok, ja

J: want die waren op zoek naar iemand die de administratie kon doen, en een beetje van internet wat afwist. En ik zei: ik ken wel iemand en dus die heb ik daar toen aanbevolen zeg maar. Dat kon ik ook uit de grond van mijn hart doen. Ik heb Martijn als aardig en prima functionerend iemand gekend, dus ik zag geen reden om dat niet te doen. Het grappige is, hij is daar toen op gesprek geweest en toen belde die mevrouw mij later op. En die mevrouw zei, ja mijn collega, een scherpzinnige man, mijn collega die zegt dat hij een alcoholprobleem heeft. En toen zei ik, nou nee, sorry hoor, dat zou ik toch gemerkt moeten hebben. Ja, en ik heb toen echt met de beste wil van de wereld kunnen verklaren, sorry, maar nee, dat kan ik toch echt niet bevestigen. En eh toen het daarna misliep, en hij dus toch wel heel erg aan de drank was. Hij was echt een hele zware alcoholist, he, was dat ook niet zo leuk. 

Op dat moment is er niets anders meer. En dat is heel pijnlijk om te moeten aanvaarden, maar dat is dan wel wat je aan de hand hebt. Op een gegeven moment was hij verdwenen bij ons, toen heb ik contact opgenomen met de politie, dat vond ik heel lastig ding om te doen. Want het was duidelijk dat ik Martijn daar geen plezier mee zou doen, maar wij waren dodelijk ongerust. En ik denk, nou ik doe het gewoon. We hebben toen aangifte gedaan van vermissing, want hij was weg, we hadden al die flessen gevonden die we met heel veel pijn en moeite in de glasbak hebben gemieterd met ons tweeën. We waren op dat moment wel behoorlijk verbijsterd dat we zo belazerd waren feitelijk. Daarnaast ongerust he, het waren hele gemengde gevoelens die we hadden, want we voelden ons verraden in de vriendschap. Dat gevoel van totale verbijstering feitelijk zo van he, heb ik Martijn nu gekend of heb ik iemand anders gekend? Want het heel veel dingen niet waar te zijn of anders te zijn. Je wordt heel erg zelf aan het twijfelen gebracht, zeg maar, omdat je denkt: ik ben toch niet gek? Dat van iemand die ons heel nabij was of was geweest, dat we daar helemaal geen grip op bleken te hebben gehad 

T: want jullie waren dagelijks of vaak samen? 

J: ja, ja.

T: en dan blijkt het iemand anders te zijn, achteraf, dan dat je dacht? Is dat …? 

J: Ja, ja. Wat ik me kan voorstellen is dat er sprake is van een verslavingszuchtig iemand, dat dat zich vrijwel ongeremd heeft kunnen ontwikkelen. 

T: ja, ja, ik denk in ieder geval met het verslavingsgevoelig, dat dat wel heel erg speelt.

J: ja. Die rechercheur, dat was een vrouw, zij zei later. Want wij zaten best wel een beetje omhoog met onze gevoelens, zeg maar. Of in ieder geval ik dan, want ik kan niet zo goed voor een ander spreken vind ik. Die rechercheur zei, ja hoor eens even, mensen die zo'n probleem hebben, die schamen zich heel erg en die kunnen de confrontatie niet aan. En wat ze dan doen is wegrennen of zorgen dat ze onvindbaar worden. Ze zegt dit is zo klassiek, wat hier gebeurd is bij jullie. Ik herken dit wel 100 % als een zware alcoholist die niet in behandeling is of meer kan zijn en die wegloopt als het hem te veel wordt. Ze zegt, daar moet je ook niet…, daar kun je ook zelf niets aan doen. Dat is zoals het is. 

Dus dat weghollen blijkt nu heel er een klassiek verschijnsel te zijn. Want we hebben wel begrepen dat hij de relaties met thuis verbroken had, maar wij dachten dat dat een gevolg was van mishandeling in zijn jeugd.

T: ik denk in ieder geval dat hij niet goed opgewassen was tegen zijn vader, ik weet niet of dat echt heel ver is gegaan of dat er echt iets gebeurd is, maar ik denk dat hij niet goed tot wasdom is gekomen en dat hij in ieder geval als strategie, ook al in zijn jeugd had, vluchten 

J: ja

T: maar ehm... En toen jullie hem vermist opgegeven hebben, is dat dan in periode nadat hij teruggekomen is van Tineke? 

J: Ja, precies. Maar toen hij toen een paar dagen echt weg was, toen hebben we aangifte gedaan en toen is de politie gekomen en die is die kamer in gegaan. Toen schijnt hij in een opvang gezeten te hebben, maar ik vermoed dat hij dan een tijdje gewoon aan het zwerven is geweest. 

T: Hoe is dat toen afgelopen? Is hij gevonden met dat vermissingsbericht? 

J: Nee. 

T: Heb je hem ook nooit meer gezien daarna? 

J: nee. Vermoedelijk is hij toen dus vertrokken naar Dublin. 

 

Jacqueline schetst een helder beeld van die laatste tijd daar in Brussel.

Het maakt voor mij duidelijk dat het voor Martijn steeds lastiger wordt om normaal te functioneren. De verslaving lijkt de overhand te nemen. In onze zoektocht komen de eerste concrete aanwijzingen van een heftige verslaving bij Tineke thuis met al die flessen onder het bed, in 2009 of 2010. Daarna volgt dus een periode in Ierland waar Martijn naar eigen zeggen voor 2 werkgevers gewerkt heeft, maar waarna hij in ieder geval zelf geen geld had om een vliegticket terug naar Brussel te betalen. Bij Jacqueline gebeurt uiteindelijk hetzelfde als bij Tineke. Martijn vertelt echter geen fantastisch verhaal meer maar verdwijnt gewoon...

Ik heb nog een laatste vraag aan Jacqueline.

 

T: zijn er bij jou nog mensen bekend, van oh ja, daar had hij ook altijd een vriendschap mee? J: er is een meneer, daar had hij volgens mij geen verhouding mee, wel een vriendschappelijke relatie. Die wist ook van zijn alcoholprobleem, het kan zijn dat hij hem heeft proberen te helpen 

T: En dat was dan een vriend? Of een soort collega? 

J: Iemand van de groene familie, ik denk dat hij gewoon heeft proberen te helpen. Die indruk kreeg ik toen ook wel toen bekend werd dat Martijn dus een alcoholprobleem had. Toen kan ik me ook wel herinneren dat hij daar zijn best voor gedaan heeft, maar hij had het eerder in de gaten, niets aan te doen was geweest. Ik denk niet dat Martijn bij hem geweest is, dat is het enige dat ik kan verzinnen.

 

T: Wat was er met Ierland, waarom wilde Martijn naar Ierland? 

J: Ik denk inderdaad dat Microsoft daar een mooi excuus was en Ieren zijn liederlijke drinkers. Dus ja, ik denk dat het zoiets, die combinatie is geweest. 

T: Dus daar zat iets van een beeld voor hem, het klonk mooi. 

J: ja, ik denk dat die combinaties zo was en in Dublin kan je goed op straat leven. Dat doen veel mensen daar. Maar ik sluit niet uit dat hij in Ierland ook een bepaalde groep mensen, of misschien 1 mens om zich heen gehad heeft met wie hij het goed kon vinden. Hij was sociaal absoluut vaardig. Dus hij maakte makkelijk contact. Dus ik weet, hij is dan alleen op straat gevonden, met die fles drank maar ik weet helemaal niet of hij zo alleen was. Hij was natuurlijk een heel charmant iemand, dus hij kon mensen echt voor zich innemen.  

 

Jacqueline geeft aan dat ze gaat polsen of de man die ze net noemde wil meewerken aan de podcast. Mogelijk heeft hij voor ons aanwijzingen over die laatste periode.

 

Eerder bracht Hein me in contact met Tonie Walsh, de LHBTI-activist in Dublin. Tonie en ik hebben wat heen en weer gemaild. In zijn laatste mail schrijft hij het volgende.

 

Dear Terry,

 

Good to hear from you.

 

I may not be the best person to help with your enquiries as I wasn't living in Dublin at the time and distracted with being a fulltime carer to my mother at the time. Martijn's death wasn’t really on my radar.

 

I suggest you contact Lisa Connell, of the Gaynewspaper. Hopefully, she'll have more information for you or can recall others who may be of real help to you in your enquiries. 

 

In any case, I'd love to hear more about your project, and it may help me point you in the direction of a more fruitful line of enquiry.

 

Yours sincerely

 

 

Tonie

 

Helaas, Tonie was in de tijd dat Martijn stierf dus niet in de stad. Ook de mailwisseling met Lisa van de Gay krant Dublin is op niets uitgelopen. 

Ik heb op dit moment geen enkele lead meer, geen directe naam meer van iemand die ik kan benaderen….

 

Ik besluit op zoek te gaan naar meer informatie over daklozen in Dublin en stuit per toeval op een podcast over een onderzoek dat in Dublin gedaan is naar de dood van daklozen tussen 2005 en 2015: hoeveel daklozen er stierven, waar en waaraan ze stierven. Er worden allerlei vreselijke statistieken genoemd, het is heel erg klinisch. In 57% van de gevallen is er drank of drugs in het spel. De meesten van hen sterven in de opvang. Minder dan 10% sterft buiten. En de gemiddelde leeftijd waarop een dakloze in Dublin sterft is 42 jaar. 

Martijn was 42 jaar toen hij stierf….

 

Ik zoek contact met de Homeless Society Dublin, zij zijn verbonden aan dat onderzoek. Zij hebben toegang tot de gegevens van alle daklozen die in Dublin gebruik maken van de verschillende diensten. Ik ben benieuwd of Martijn bij hen bekend is, of zij meer informatie kunnen verschaffen over die laatste 1,5 jaar. Ik stuur zijn gegevens en foto naar hen toe en ik krijg antwoord van Joanne. Ze stelt me eerst nog wat verdiepende vragen en daarna stuurt ze mij de tweede mail 

 

Dear Terry,

 

I have been unable to locate any record of Martijn accessing homeless services here in the Dublin region and unfortunately without more information there is not much else I can do.

 

I wish you the best of luck in your endeavor.

 

Kind regards,

 

Joanne

 

Helaas, ook dit spoor lijkt doodlopend. 

Martijn lijkt geen gebruik gemaakt te hebben van hun faciliteiten, in ieder geval niet onder zijn eigen naam. Zijn dood staat bij hen niet geregistreerd.

Dat maakt zijn dood nog anoniemer. En het benadrukt het beeld dat ik van Martijn heb: Martijn zocht geen hulp als het ging om zijn diepste geheimen.

Wat me ook raakt is het idee dat er mensen zijn die mogelijk met een grote boog om Martijn heen liepen, die mogelijk alleen maar het beeld zagen van een aan de drankverslaafde persoon, het beeld van een in zichzelf gekeerde dakloze. Iets waar ik mezelf best vaak schuldig aan maak, ook al neem ik me altijd voor om het de volgende keer anders te doen...

In de tijd die volgt tot aan ons vertrek naar Ierland kijk ik allerlei documentaires en series die over verslavingen gaan.

 

Ik heb behoefte om te begrijpen hoe dat werkt met een verslaving. Ik word er niet vrolijker op. Ik zie een item over een man die in een piepklein bootje woont zonder gas, water of licht. Hij leeft in zijn eigen vuil en drinkt de hele dag. Mijn hart draait om in mijn lijf. Zou Martijn ook zo geleefd hebben? 

Dan zie ik een serie waar een man gevolgd wordt die op Het Landje in Amsterdam woont. Dat is een gedoogzone waar mensen zonder een vaste verblijfplaats in hun caravan of tent kunnen wonen. Ik bedenk dat ik ook kan kijken of er in Dublin een dergelijke gedoogzone bestaat. Maar ik merk dat ik meer en meer haper om verder te zoeken. Zolang ik niet zeker weet hoe die laatste anderhalve jaar eruitgezien heeft, kan ik het zelf invullen met prettige scenario’s bijvoorbeeld dat het Martijn goed gaat. Hij werkt bij Google en heeft een rijk sociaal leven opgebouwd in Dublin. Dan op een koude avond in januari, na een gezellige avond met goede vrienden in de kroeg, loopt Martijn de verkeerde kant op...

 

Misschien vind ik het eigenlijk wel prima zo. Ik besluit te stoppen met zoeken naar informatie over de laatste jaren. 

De focus voor de reis naar Dublin komt nu te liggen op het afsluiten van mijn zoektocht. Ik hoop dat we de plek kunnen achterhalen waar Martijn is overleden, zodat we daar, op zijn sterfdatum, een ceremonie kunnen houden. 

 

Dan nog iets anders. David, Tineke en ik bellen, omdat ik ook met hen mijn familiefoto’s wil bespreken. Ik vind het zo gek hoe Martijn daar opstaat. Het zijn dezelfde foto’s die ik al eerder met Judith besprak

 

Te: Maar ik vind dat hij zo vanzelfsprekend in mijn familie zit, dat vind ik gewoon bijna raar.  

Ti: ja en ik zei hetzelfde als wat jij zei, van dat dat hij inderdaad dan zo in die familie zit. Dat is hetzelfde als wat die in mijn familie... Zulk soort foto’s hebben wij dan ook met Martijn erbij. 

Te: ja

D: het is echt een staatsieportret zeg maar. Ik kan me van dat soort foto’s, kan ik mij echt alleen maar herinneren van huwelijken en familiedagen, dat je dus met de hele familie, met opa en oma en iedereen gepositioneerd op de foto staat. En

T: haha

D: nee, echt. Als je jullie niet zou kennen en je zou die foto vinden 100 jaar later zou je zeggen wat een leuke familie en twee broers 

Ti: wat vond jij dat Terry, dat vond jij ook.

Te: ik denk wel dat het ook wel een beetje symboliseert, zeg maar hoe vanzelfsprekend het allemaal was. Hij zag er ook zo mooi uit hè met die met die dikke schoudervullingen. Zo’n heel mager mannetje en een enorme schoudervullingen en dan zo’n stropdasje om enzo. 

D: wat mij ook opviel is dat hij er zo intens gelukkig, misschien wel de gelukkigste van iedereen die op die foto staat en dat wil jou ook op he, Tineke dat hij er zo gelukkig uit ziet daar. 

Ti: apart ja, 

D: waarom vind je het apart? 

Ti: nou ja, want het was niet zijn familie, het was jouw familie, Terry. Zo zag hij er toen bij ons natuurlijk ook uit

Te: ja, klopt ja.

Ti: zo is dat dan en daar stond hij weer bij ons in de familie op de foto 

Allen: hahaha

D: Tineke, ik begrijp dat partij niet veel over het verleden heeft gesproken maar als hij erover sprak was dat niet positief, enkel wat over Terry positief, dat je dan een beeld hebt van die jongen die is misschien best ongelukkig en zijn jeugd geweest en dat je dan zo’n intens vrolijke, knappe jonge man op die foto ziet staan. Hoe is dat? 

Ti: ja, nou dat is ook wel weer apart, want inderdaad hij geeft hij geeft dan aan mij het beeld, dat het toen een en al ellende is, maar dan zie je ook wel weer dat het nou ja dat die zich toch ook wel gewoon ja blij heeft gevoeld en ergens thuis heeft gevoeld en hij maakte er altijd wel wat van 

 

Op dit soort momenten heb ik echt behoefte aan duiding. Hoe werkt zoiets in iemands hoofd? Kon Martijn op zo’n moment gewoon echt zijn ellendige gevoel afsluiten en zich volledig overgeven? Toen David en ik deze zoektocht begonnen, leek het ons een goed idee om een psychiater mee te laten kijken om zo vanuit een professioneel standpunt mogelijk antwoord te geven op de vraag: hoe heeft het zo kunnen lopen met Martijn. In dit specifieke geval zou ik willen weten, hoe kan het dat Martijn zich zo in een familie thuis voelt, maar daar net zo makkelijk weer uitstapt om vervolgens het contact te verbreken, en dat nooit meer te herstellen.

Ik benader daarom Nina, een bevriende psychiater, met de vraag of zij diegene wil zijn. Nina reageert enthousiast en ik stuur haar de transcripties van alle afleveringen en we spreken af dat we daarna opnames gaan maken. 

Maar dan slaat bij mij de twijfel toe. Wat wil ik eigenlijk met dit gesprek? Een diagnose? Nee, dat kan helemaal niet. Een verklaring dan? Ik word me ineens pijnlijk bewust hoe weinig ik nog steeds weet van het leven van Martijn. Natuurlijk, we hebben meerdere mensen gesproken die Martijn goed gekend hebben uit verschillende periodes in zijn leven, maar we weten niet wie we niet gesproken hebben. We weten niet hoe compleet of incompleet zijn levensverhaal is, dat we tot nu toe opgetekend hebben. Bovendien, is het beeld niet veel te veel ingekleurd door mijn invalshoek en mijn ervaringen? Ik besluit mijn twijfel nog even voor me te houden. 

Maar dan appt Nina of we kunnen bellen. Zij heeft er lang over nagedacht en tijdens een intervisie met collega’s over gesproken. Ze geeft aan niet mee te kunnen werken aan de podcast, omdat het professioneel niet kan om uitspraken te doen over iemand die niet jouw patiënt is geweest. Ik vind het een hele opluchting, ik laat het erbij. 

 

 

Vlak voor vertrek naar Dublin bellen David en ik nog een keer om de laatste praktische zaken door te spreken. 

 

D: heb je nog contact met Linda gehad over die garda. Gaan we die ontmoeten komend weekend?

T: nee. Ja, ik heb wel contact gehad met Linda, maar zij heeft nog steeds geen antwoord terug van hem. Ze neemt in ieder geval wel haar map met de hele administratie. Maar of we die garda gaan zien, ja, dat wordt wel een beetje spannend... Maar wat ik wel heb...

D: heb je enig idee welke richting we op mogen in Dublin?

T: ja, wat ik wel weet van haar is in ieder geval Trinity College. Dat is het universiteitsterrein waarvan zij denkt dat Martijn daar overleden is. En daar heb ik tickets voor ons geboekt voor zaterdag. En ja, ik heb een kaart gemaakt op Google, maar die laat ik je wel zien als we vrijdag in Dublin zijn, dan laat ik wel zien welke dingen ik gepinpoint heb en wat ik allemaal heb uit zitten vogelen over Dublin. Ja, ik had graag natuurlijk zelf meer duidelijkheid willen hebben van tevoren van nou, dit is geregeld en daar kunnen we heen. We gaan in ieder geval de stad meemaken waar Martijn zijn laatste tijd heeft doorgebracht. 

D: Wat wordt het weer eigenlijk, volgens mij niet zo goed he? 

T: nee, het wordt koud, het wordt echt koud! Dus handschoenen aan, wollen muts mee.

D: mmm. Ook wel bijzonder, want Martijn heeft Dublin in kou verlaten.

T: ja, ja, ja. 

D: vind je het niet gek om daar dan naar toe te gaan? 

T: nee, ik heb er eigenlijk vooral zin in, dat is misschien een raar woord. Ik ga eindelijk zeg maar een beeld aan dit stuk toevoegen. Ik ben nog nooit in Dublin geweest, ik ben nog nooit in Ierland geweest. Het roept natuurlijk wel allerlei beelden op. Ik heb er eigenlijk gewoon vooral zin in om daarheen te gaan en met jullie hè want het is natuurlijk ook wel heel bijzonder dat we met zijn vieren die kant op gaan.

D: ja, we gaan gewoon echt zoeken, ik heb er heel veel zin in. 

 

Dit was aflevering 19 van de podcast Het fantastische leven van Martijn.

In de volgende aflevering zijn Linda, Tineke, David en ik op de sterfdatum van Martijn in Dublin omdat we daar een kleine ceremonie willen houden, maar we moeten nog wel de plek van overlijden zien te vinden.

 

D: waar hoop je op?

L: ik zou het leuk vinden om die man te spreken die hem gevonden heeft. Of leuk, dat is het goede woord niet. Ik zou het ook fijn vinden als hij ons verteld waar hij hem gevonden heeft