Het fantastische leven van Martijn

Aflevering 20 Dublin

January 19, 2023 Terry de Roode Season 1 Episode 20
Het fantastische leven van Martijn
Aflevering 20 Dublin
Show Notes Transcript

In deze aflevering zijn David, Linda, Tineke en Terry in Dublin om op zoek te gaan naar de plek waar Martijn is overleden, zodat ze daar een ceremonie kunnen houden. Het is morgen zijn sterfdatum. Maar lukt het ze om de plek van overlijden te vinden?

De podcast Het fantastische leven van Martijn bestaat uit 21 delen. De podcast is een De Roode Productie. De opname, redactie, samenstelling en montage deed Terry. David Paul was naast mede-interviewer ook sparring partner. Eric maakte de muziek, het sounddesign en deed de eindmontage. Wouter ontwierp het logo, de foto is van Tobias Arhelger | Dreamstime

Wil je iets aan ons kwijt? Mail naar podcast@deroodeproducties.nl

 

 

Aflevering 20 Dublin

Welkom terug bij de podcast Het fantastische leven van Martijn, een zoektocht naar een verloren vriendschap. In deze aflevering zijn Linda, Tineke, David en ik in Dublin om op zoek te gaan naar de plek waar Martijn is overleden, zodat we daar een ceremonie kunnen houden. Het is morgen zijn sterfdatum. We willen ook graag stad te verkennen, de stad waar Martijn vermoedelijk zijn laatste jaren heeft doorgebracht, maar in ieder geval gestorven is. Het is voor ons allemaal de eerste keer dat we in Dublin zijn. 

Na een goede reis komen we aan in het hotel en bespreken ons plan op de hotelkamer.

Linda heeft geprobeerd contact te krijgen met Billy Lonigan, de garda die Martijn destijds gevonden heeft, maar tot nu toe tevergeefs.

 

D: want we zitten nu inderdaad in Dublin 

Te: en met de informatie, eigenlijk de doodlopende informatie van de dakloze organisatie, de garda die nog niet gereageerd heeft, is het wel echt een beetje zoeken naar een speld in een hooiberg en hebben we op dit moment heel weinig aanknopingspunten. Jij weet ook wat hij in zijn bezit had toen hij gevonden werd.

L: ja, heeft Billy Lonigan mij verteld, want hij vroeg natuurlijk wil jij de bezittingen hebben van Martijn. En toen vroeg ik, wat is er? Toen zei hij, nou ja, de kleren die hij aanhad. Eh... hij had een rugzak met daarin en natte slaapzak, daar zat ook een fles wodka in, een lege fles wodka, wat kleren maar niet veel en spullen zoals scheerspullen, tandenborstel, tandpasta

Ti: en een laptop toch ook? 

L: nee, er was geen laptop 

Ti: oh, dat dacht ik

L: en er was ook geen telefoon. Tot en met 14 januari, is er nog twitter contact en Facebook enzovoorts geweest en dat stopte abrupt op 14 januari en hij is de 19e ’s ochtends overleden. Hij is vijf voor half vier overleden.

Te: denk jij dan dat hij in die laatste week bijvoorbeeld zijn laptop verkocht heeft en zijn telefoon verkocht heeft om dus die dagen op straat nog...

D: door te komen

L: ja, dat denk ik, maar dat zal wel een wanhoopsdaad zijn geweest. Hij leefde gewoon met die laptop, dat was gewoon zijn ding.

Ti: ja, dat was het belangrijkste wat hij had.


L: en ik heb ook zijn paspoort, daardoor wisten we ook dat hij het was... en daar was hij, vertelde iedereen altijd, heel erg kien op dat hij dat had.

Te: ja

L: en dit is zijn paspoort

Te: ja

Ti: ja, dat was dat hij zich inschreef bij mij, zodat ie dus een paspoort kon laten maken, want dat is in Bergambacht.

L: hij moest natuurlijk geïdentificeerd worden en dat moet dan naar aanleiding van het paspoort en daarna hebben wij dat DNA-onderzoek gedaan, omdat hij natuurlijk onderkoeld was. Je weet dan nooit precies of hij er precies zo uitziet zoals ie daar op het... Nou ja, je kent jezelf als je op een paspoort foto staat, dan denk je tsjonge jonge, wat een foto zeg. Dat ben ik niet

Ti: je mag niet meer lachen enzo

L: nee, je mag niet meer lachen

Te: jij hebt jouw administratie bij je he? 

L: ja, dit is van de Coroners, he, er staat ook: no fixed adobe en dat betekent volgens mij dat je dus geen opgespoord adres hebt. Toen moesten wij natuurlijk van alles regelen met de notaris, dat heet een beneficiaire aanvaarding. Dat betekent dat, stel dat hij heel veel schulden heeft gemaakt of een hoop geld heeft verdiend, maar dat je in ieder geval zegt, je wilt het niet hebben. Nou, dit is van het Forensic Science Laboratory, dat gaat dus heel erg over, klopt het dat hij onze broer is. Maar hier staat ‘body of the deceased male found at UCD Campus Dublin, dat moeten we uitzoeken of dat wel ook Trinity College is of een andere...

En James Doyle heeft dit onderzoek gedaan n.a.v. wangslijm van mijn zus, Hier. I estimate that the result obtaining is approximately 18 million times more likely if the deceased is the biological brother of Els Willems rather than an unrelated person.

Te: 18 miljoen keer

Li: dus dat eh.. wel duidelijk dat hij onze broer gewoon is.

Hier staat het death certificate, overlijdensakte noemen ze dat in Nederland. En hier staat verdict Death by Misadventure. Maar ook ik heb ook ergens gelezen dat het 3,45 ... ik denk dat ik dat van Billy heb gekregen

Te: ja

De officiële doodsoorzaak is Death by misadventure, wat je in het Nederlands met een natuurlijke dood zou kunnen vertalen. Het getal dat Linda noemt is het promillage dat in het bloed van Martijn aangetroffen is

 3,45 

Ik zoek op internet naar informatie over dit promillage. Daar vind ik “Je hebt 15 tot 19 glazen gedronken. Je bent zwaar dronken, je kan je bewegingen niet langer coördineren, je zintuigen zijn volledig verdoofd.” 

 

Dan iets positiefs: in de administratie staat een concrete aanwijzing, de UCD oftewel het University College Dublin! Voorafgaand aan de reis gaf Linda mij een aantal plekken door en op basis daarvan maakte ik een kaart op Google. Daar kan ik nu deze plek aan toevoegen. We bekijken samen de kaart met plekken, die we morgen willen bezoeken. Allereerst het Garda station oftewel het politiebureau, dat met adres en al in de papieren genoemd wordt.

 

L: the address here is Donnybrook station, Donnybrook Dublin 4 Dublin

Te: ja, dus als je kijkt naar het district, want dat zijn relatief kleine districtjes. Dat sluit ook direct een heleboel universiteitsdingen uit Ik heb alleen net even die UCD erbij gezet 

L: ja, dat is wel handig want ik dacht dat hij op Trinity college was overleden

T: ik heb dus allemaal dingetjes gemaakt. Dit is... En hier, dit is Donnybrook Gardastation waar nu het handje zit

L: ja. 

T: dus dan zie je

L: dit is het, kan je het zien.

T: Ja, want Trinity College die zit helemaal hier. Het kan natuurlijk wel zijn dat hij daar overdag was. Maar het lijkt te ver weg, dat zit dan weer in een ander district.

D: en waar zitten wij nu, toch ook in die hoek? 

L: ja, iets noordelijker zitten we.

T: we zitten hier bij die paarse. En ik heb hier dus de plattegrond van dat UCD. 

L: ja, dat is echt huge he. 

D: ja, dat is heel groot

T: echt heel groot. En ik denk dat we dus ook hier moeten kijken of we daar dus een bibliotheek kunnen vinden

L: nou, ik denk dat we naar de Garda moeten eerst, naar Donnybrook en ik moet dit gewoon meenemen en ook om te bewijzen natuurlijk dat ik de zus ben, want anders krijgen jullie nooit toegang.

D: nee

Ti: nee

L: want ik ben de enige waarschijnlijk die dat voor elkaar krijgt

Ti: ja, tuurlijk

L: ja, ik wil mezelf niet belangrijker maken, maar...

D: ben je wel, hahaha.

L: maar dat is wel zo denk. 

 

En met dit plan voor de volgende dag gaan we slapen. Linda geeft haar map met alle belangrijke papieren aan David en mij mee

 

D: goedemorgen, we zijn net een kwartier wakker. En eh... hier in Dublin. Het is Dublinse tijd half acht. Enne ... en Terry is dus een vroege vogel, heeft een gezin enne, was meteen in de actie. En zegt: we moeten die papieren van Linda nog eens gaan lezen, we moeten dit, we moeten dat. Goedemorgen, jij bent ook wakker. Ja... Inmiddels heeft ze thee gezet, heeft ze de geluidset opgezet en zitten we lekker in bed 

T: ja, ik heb net die doorgelezen van Billy, van de garda

D: ja, die heb ik ook doorgelezen

T: hij vraagt bijvoorbeeld, ik heb gewoon achtergrondinformatie nodig, is hij ooit bij de politie geweest, heeft hij bijvoorbeeld tatoes waaraan hij herkenbaar zou kunnen zijn en dan heb ik ook nog hier een mailwisseling met eh... ja, hoe noem je zo iemand. Ik denk een lijkschouwer? 

D: uit het ziekenhuis, voor DNA en zo, die Carol

T: ja, en wat ik daar wel aan vond, dat werd wel heel plastisch allemaal, die mailwisseling. En dit is twee of drie weken nadat Martijn is overleden. En zij is ook in contact met Billy Lonagan en dan zegt ze het duurt nog wel voordat de DNA test results en Martijn kan hier niet oneindig blijven in het mortuarium.

D: ja, ja

T: en hij is niet gebalsemd, want dat doen we niet in het ziekenhuis dus we moeten een keuze gaan maken. Of je moet hem gaan verplaatsen en dan moet je een funeral home regelen, ik weet even niet de vertaling of we moeten hem gaan balsemen. Nou, laat maar weten wat je wil. 

D: maar dat is altijd: bij mensen die doodgaan, moeten dingen geregeld worden.

T: ja, is ook zo hoor, maar ik vind het ook dat, om het dan zo zwart op wit, zo van die plastische vragen. Ja het hoor er natuurlijk gewoon bij

D: maar Linda heeft gisteren alle mailwisseling die ze rondom Martijn heeft gehad, heeft ze bij ons achtergelaten. 

T: ja, en dit dateert allemaal uit begin 2013. Ik had met Linda in het najaar van 2012 contact gehad rondom het overlijden van haar vader, dus toen had ik ook toevallig in die periode me nog weer eens extra verdiept, omdat ze toen aan mij vroeg, weet je waar Martijn is. Heb ik ook even alles, die blog weer nagelezen en toen ben ik hem op Twitter gaan volgen, dus onder mijn eigen naam, met mijn foto, profielfoto. Ik dacht van nou, ok, dan zie je dat ik je volg, weet je wel, dat.

Maar ik vond dus ook mijn mailwisseling met haar terug. Dus Linda heeft mij per mail op de hoogte gebracht van het overlijden van Martijn en daar staat geen datum bij, maar mijn reply aan haar staat wel een datum bij, dat is op 1 maart 2013 om 12:09 

D: ik ben ook wel benieuwd naar wat Linda jou heeft gestuurd.

T: zal ik dat ook voorlezen? Ehm... 

Hallo Terry, 

Ik heb verschrikkelijk nieuws. Martijn is overleden in Dublin, ik ben daarover al een tijd geleden gebeld, maar we wilden zeker weten dat hij het was en hebben een DNA test laten doen. En vanavond kreeg ik het bericht dat het inderdaad is... dat hij het inderdaad is. Hij is op straat overleden aan een hartstilstand en met bevriezingsverschijnselen gevonden op het universiteitsterrein van Dublin met weinig spullen en een fles wodka. Inmiddels heb ik een aantal mensen opgespoord, die zo’n anderhalf jaar geleden nog contact met hem hebben gehad in Brussel waar hij inderdaad gewerkt heeft voor GroenLinks. Deze mensen vertelden mij dat hij charmant was en een goede vriend was en tegelijkertijd een enorm alcoholprobleem had, waar ze pas later achter kwamen toen hij verdween. Ook daar heeft hij alle schepen achter zich verbrand. Daarna heeft hij nooit in Amerika gewerkt, maar in die tijd bij een zus van zijn voormalige partner, die in 2004 zelfmoord heeft gepleegd in Nederland gewoond, tot ook zij zijn alcoholprobleem ontdekte. Wat er daarna is gebeurd is onzeker. De notaris denkt dat hij bij Google heeft gewerkt, dat was zijn droom. Maar zelf twijfel ik ook aan dat verhaal. Hij heeft een eigen wereld gecreëerd met deels waarheden en deels onwaarheden. Daar kom ik al pratend met de dame in Brussel achter en al pratend met de zus van zijn voormalige vriend. Een bizar verhaal. De notaris heeft me al aangeraden er een boek over te schrijven.

T: Dat is ook wel grappig he

D: we maken een podcast

T: ja, wij zijn dan uiteindelijk een podcast gaan maken.

We gaan hem in Dublin laten cremeren en laten de as overkomen en gaan hem verstrooien in de IJssel bij Deventer, zodat hij weer over de wereld kan gaan, zoals hij wilde en huren een zaaltje bij het IJsselhotel om nog eens bij elkaar te komen en ook kennis te maken. We houden het klein. Ik zou het op prijs stellen als jij ook zou komen. Stuur je mij een adres, dan kan ik je uitnodigen als het zover is, maar dat kan nog wel een maand duren. Vriendelijke groet en nog gecondoleerd met het verlies van je vroegere vriend en buurjongen.

T: en dan antwoord ik

            Beste Linda, 

Wat een ontzettend treurig nieuws, ik kan het nog niet bevatten. Op Twitter schrijft hij op 14 januari dat hij gaat lesgeven, daarna houdt het op. Komt dat overeen met zijn overlijdensdatum. Zo in de loop van de dag dringt het meer tot me door en komen er steeds meer vragen. Had hij een woning in Dublin? Was hij zwerver geworden? En begrijp ik dat hij een partner heeft gehad die zelfmoord heeft gepleegd en dat hij niet in Amerika is geweest? Dus dat zijn blog een hersenspinsel is? Dan moet zijn Griekse partner Alex dat ook geweest zijn. Had hij een psychiatrische aandoening? Ik lees in je mail dat je een aantal mensen gesproken hebt uit het recente verleden. Ik hoop dat je mij ook nog wat meer kan vertellen. Wat moet dit moeilijk zijn voor jou en je familie. Ik had zelf altijd nog de hoop dat hij een keer bij zinnen zou komen, dat we elkaar dan weer eens zouden zien. Dan hoopte ik dat we een hele nacht zouden praten en dat hij zou vertellen over zijn keuzes en zijn leven. Dat we daarna alle twee verder konden met onze eigen levens en dat het dan goed was. Ik vond het geruststellend dat het goed met hem ging, hem vanaf 2001 zo nu en dan volgend op internet. Het raakt me enorm, het treurige verloop van zijn leven. Dat het positieve internetbeeld gecreëerd was, maakt het extra pijnlijk. Dat het nu nooit meer goedkomt en dat ik niet tegen hem kan zeggen, dat ik niet boos ben, dat het goed is, dat doet ook pijn. Eigenlijk heel kinderlijk van mij. Verdorie, ik vind het zo erg dat het zo triest voor hem is gelopen.

Een mooi idee om hem over de IJssel te verstrooien, ik zou daar graag bij aanwezig willen zijn,want ik wil graag afscheid van hem nemen. Sterkte met het verwerken van het verlies en regelen van alles. Gaan jullie zelf naar Dublin? Dank je dat je me gemaild hebt en natuurlijk jij ook gecondoleerd. Liefs Terry

 

T: dit is ook een soort tijdscapsuletje he?

D: dit is natuurlijk de eerste keer dat jij hoorde dat Martijn, dat hij dood was.

T: ja

D: dat is ook heeft heftig per mail, niet eens per telefoon

T: nee, ja precies. Dus zij heeft mij gemaild en eh... daarna hebben we wel gebeld. En ik dacht, nou ik kan eigenlijk maar een ding bedenken, met dat unheimische gevoel wat ik nu heb, ik ga soep koken 

D: wat mooi, wat moederlijk, ik ga soep koken.

T: want dat biedt troost

D: ik denk dat het een mooi slot is, want we moeten douchen en ontbijten.

T: ja, je hebt gelijk. Want we gaan de dag in

 

Na het ontbijt met Tineke en Linda gaan we eerst naar Trinity College, omdat we aanvankelijk dachten dat Martijn daar overleden is. Voorafgaand aan de reis had ik daarom al kaartjes geboekt om naar het wereldberoemde Book of kells te kijken. Trinity College ligt midden in het centrum van Dublin. Het is een toeristische plek, die keurig onderhouden wordt, schoon is en die trouwens ook echt de moeite waard is om te bezoeken. Een prachtige oude bibliotheek, de long room, maar het is geen bibliotheek waar je als dakloze overdag kan komen om jezelf op te warmen. Na het bezoek aan Trinity lopen we door het centrum naar het Oscar Wilde standbeeld. Het centrum van Dublin is mooi en groen, het oogt vriendelijk en schoon en we zien geen dakloze personen. Dat terwijl Dublin een grote dakloze problematiek kent. 

Na de lunch gaan we verder met de echte zoektocht en gaan we op weg naar het politiestation. We nemen de bus naar Donnybrook en lopen vervolgens langs een hele drukke weg. 


D: we lopen in Donnybrook en hier is het politiebureau waar de Garda zou werken. Gewerkt heeft in ieder geval toen Martijn gevonden werd. We zijn bij de Garda, Waar hoop je op?

L: ik zou het leuk vinden om die man te spreken die hem gevonden heeft. Of leuk, dat is het goede woord niet. Ik zou het ook fijn vinden als hij ons verteld waar hij hem gevonden. Maar voor de rest denk ik, ja, je kan je nooit voorbereiden. Gewoon naar binnen gaan en dan vragen hoe het zit en of ze iets weten überhaupt. Of iets gedocumenteerd hebben

T: dan wachten wij buiten. En nou wij hopen dus dat jij meer kan vinden en ook toestemming krijgt om podcastopnames te mogen maken.
L: ja dat ga ik vragen

T: en als dat zo is, dan komen we ook naar binnen.

L: ok, ja, dan haal ik jullie op.

T: heel veel succes.

L: ok, dank je wel.

D: nou Terry, we staan voor de Garda dus

T: Linda kwam net ook even naar buiten om te zeggen dat ze geen toestemming heeft, dat dat allemaal aangevraagd moet worden en geautoriseerd en zo, dus wij staan nu buiten te wachten., dus ja, ik ben heel benieuwd 

D: hier zal hij ook gelopen hebben.

T: ja en wat mij opviel, je kan hier ook doorrijden naar het universiteitsterrein met de bus, ik weet niet precies hoe ver dat hiervandaan is. Maar dit voelt wel meer een plek waar je ook kan zijn als je niet echt een vaste verblijfplaats hebt. 

D: Ja, want in Dublin zelf was het heel steriel, waar we vanochtend waren. En wat mij opvalt, dus ik heb van tevoren van alles gelezen over Dublin en dak en thuislozen en het schijnt een van de dak en thuisloze walhalla’s te zijn van Europa, waar heel veel dak en thuislozen zouden zijn, ik ben er maar een tegenkomen. Nog. Dus ik vraag me ook af: waar zitten ze dan, of vallen ze niet op omdat er heel veel publieke voorzieningen zijn. En dat gaat de hele tijd door mijn hoofd: waar zou een persoon als Martijn op zijn minst in zijn laatste dagen dan rondgetrokken hebben. 

T: ja

D: wat ik heel bijzonder vind is dat ik het hele weekend is heel zwaar, maar we zijn met zo’n uniek clubje mensen bij elkaar. We hebben ook extreem veel gelachen en humor, alsof er een aantal creatieve mafketels samen naar een andere mafketel, die overleden is op zoek is, als ik het zo mag uitdrukken. 

T: Hahaha

D: het is een heel gek tochtje

T: het is en hele gekke samenstelling he? Ja

D: Ja

L: nou, we hebben het even gevraagd en zij moesten het even opzoeken, want de Garda die er toen was, die ik ook gesproken heb, die werkt hier niet meer. En het blijkt toch nog net iets anders te zijn. Hij is op het universiteitsterrein van University College Dublin overleden. Als we daar zijn daar moeten we naar rechts, daar is een main gate en daar moeten we naar rechts. Daar is ook iets van een soort grasveldje. Hij is gevonden op dat grasveldje door de bewakers daar. En de bewakers hebben Billy Lonigan gebeld.Zo zit het. En we kunnen de bus nemen die we net hadden. En dan een stukje verderop en dan uitstappen bij University College Dublin. 

D: maar ze wisten wel nog van Martijn en ze konden het ook terugvinden.

L: ja ik vond wel raar dat ie het vertelde. Ja, wel bijzonder

Ti: het wordt nog echter allemaal

L: ja precies. Helder he?

D: geen namen van de bewakers?

L: nee, had hij niet, nee

 

We nemen opnieuw de bus en komen aan bij het universiteitsterrein. Het ligt aan dezelfde grote drukke weg. We stappen uit en vinden de main gate.

 

L: ja hier moet hij ergens gevonden zijn dus. Er is hier wat gras en er zijn hier wat bomen en bijzondere buitenlandse bomen ook. 

Te: het is een mooi plekje dit

L: ja, heel mooi

Te: hier zijn ook die bewakers, dit is een bewakersding dus wil je eerst naar binnen? 

Li: dat we eerst bij de bewakers moeten vragen, ja

 

Helaas het gebouwtje is gesloten en er zijn geen bewakers. Omdat we denken dat we in de buurt van de plek zijn waar Martijn overleden is, besluiten we toch eerst zelf rond te kijken.

 

L: ja, ze zeiden op de greenery gevonden, dus echt op het gras. Discovered inside main gate of N11 on the right en er staat hier. Heavely undergrowth area. 

Ti: ja, ik zie gewoon Martijn lopen, want ik weet natuurlijk hoe hij liep en met flinke pas, weet je wel altijd. En ja, ik zie het helemaal voor me, het voelt gewoon zo. Het komt gewoon echt... het doet ook gewoon zeer hoor, moet ik zeggen.

Te: ja, want het is vandaag ook best koud en nog niet eens zou koud als dat het was in 2013 en het idee dat je hier dus zo meteen in het donker rondzwalkt en het onwijs koud is en dus niet ergens naar binnen kan gaan he?

L: nou, het is geen desolate plek. Het is een prettige plek om te zijn, het is best mooi hier, maar ook een anonieme plek. Nou, ik vind het een raar idee dat hij hier ergens is overleden. Ik vind het echt heel vreemd.

D: denk je dat hij bewust hier een plek heeft gekozen?
Ti: ja, ja, hij heeft echt zo gedaan. Ja, dat denk ik.

L: ja. Heavy stuff he, hier. Schatje, ja.

Ti: ja, ik denk dat hij ook, dat hij geen uitzicht meer had 

L: nee, ik denk ook dat hij het zelf niet meer kon veranderen, dat denk ik ook.

D: als je het verhaal van de Garda net optelt, zou je dan een plek kunnen aanwijzen

L: ja, hier ergens, zou kunnen.

Ti: ja, bij zo’n boom of daar bijvoorbeeld. En ik denk dat door ook de bewaking zat, dus misschien wilde hij ook gevonden worden.

Li: ja, dat denk ik, ja, ja.

Ti: ja, het is een mooie plek, maar ik vind het wel heel triest. Ik vind het echt afschuwelijk eigenlijk. 

D: waar kijk je nu naar. 

Ti: naar zo’n hele dichte bosschage, wat beschutting zou kunnen geven. Het zou ook zo’n plek kunnen zijn waar de studenten samen de bosjes induiken.

Te: we hebben net opgezocht wat undergrowth betekent en dat betekent kreupelhout, dus we gaan toch nog even hier ook, bij dit bosje kijken

Ti: dat dacht ik al, ik had die plek al zo in mijn gedachten.

L: nou, we zijn nou in zon bosje, zo’n kreupelhout bosje. Daar ligt inderdaad een oude jas, er liggen twee flesjes bier. Er liggen allemaal stukken plastic, een wijnfles. Dus hier slapen zwervers, dat is duidelijk. Dit is gewoon echt zo’n bosje daarvoor. Maar ze hebben hem gevonden o het grasveld. Dus het kan heel goed zijn dat hij hier was, dat hij zich niet goed voelde, dat hij op het grasveld is gaan zitten omdat hij hoopte dat bewakers hem zouden vinden. Het zou zomaar kunnen. 

Ti: ja, je kan het je niet voorstellen he, dat je zo dan niets meer hebt en hier dan ligt. Gewoon dat alles... dat alles op is.

L: ook zilverpapier, nou dan weet je, dat is iets met heroïne

Te: zullen we deze nare plek weggaan? Ik vind dat dan wel heel confronterend ja, om echt te zien van hier ligt iemand. Dit is wat ze bedoelde met de bosjes. Duidelijk. Het is echt super irrealistisch om hier in een park in Dublin te lopen, wat, ja wat is het voor sfeer? Allemaal nieuwe gebouwen, heel wijds opgezet, heel vele gras en om dan te weten dat je vriend hier overleden is. Of je broer, of je schoonbroer. En dan ook nog spullen te vinden van een zwerver, die waarschijnlijk zo meteen terugkomt en daar weer gaat liggen vannacht, in de ijskou

Ti: ja

L: ik krijg het er heel koud van, bah.

Te: de zon gaat ook langzaam onder, het is einde middag. Het wordt echt koud. 

L: het vriest nog net niet maar het is wel behoorlijk pittig koud hier. 

 

Linda gaat straks een voordracht doen in de buurt van het grasveldje, maar we willen toch eerst de bewakers vinden. We lopen richting een aantal gebouwen. 

 

Li: Echt alles dicht. Misschien dat gebouw nog, maar dan eh... Nee, dicht.

Te: misschien daar nog niets aan de overkant?

L: kijk, daar gaat iemand naar binnen.

Te: prachtig. Er staan allemaal aanwijzingen in het Iers, en dat is gewoon niet leesbaar voor ons. 

Li: nee

Te: oh hier staat het ook in het Engels. De student desk...

Li: de student desk. Dat lijkt me, daar zal ook iets van security zijn, denk ik. En daar zijn mensen binnen, zag ik. 

Te: oh, dat zou heel fijn zijn. Wat een uitgestrekt gebied ook he? 

Li: het is giga groot hier. 

Te: misschien daar nog niets aan de overkant? Hier, kijk eens. We lopen nu een gebouw binnen, lekker warm. En ik denk als je hier enigszins goed verzorgd, dat je hier best wel goed kan zijn de hele dag zonder dat iemand tegen je zegt dat je weg moet gaan.

L: dan kan je fijn binnen zitten. Lekker warm.

Te: zo, het is echt lekker warm hier.

L: je kunt het hier denk ik een hele tijd uithouden. 

Ti: nou, je zou hier ook gewoon jezelf in zo’n wc kunnen opsluiten, en dan heb je een warme plek waar je kan blijven.

Te: want je ziet ook helemaal nergens bewaking

Ti: nee, het is echt helemaal open en vrij

Te: ik zie geen bewakingscamera’s 

Ti: nee, niemand vraagt wat kom je hier doen.

Te: nee, niemand vraagt ook aan ons, we zijn natuurlijk ook wel een illuster gezelschap bij elkaar en niemand vraagt aan ons terwijl we daar in de bosjes rondliepen of nu hier in het gebouw best wel lang al staan, omdat we even willen opwarmen. Wat kom je hier doen

L: nee, niemand

Te: die laatste tweet van 14 januari, dat hij zei dat hij ging lesgeven, is hij misschien hier geweest en gedacht

L: ik ga lesgeven

Te: ik ga lesgeven

L: ja, kan ik me heel goed voorstellen 

Ti: ja, ik zie het dan voor me dat hij zo met zijn laptopje zo naast die studenten zit en dan ja, misschien samen wat ging doen of zo zelfs. 

D: en zich wellicht dus wel docent voelde. Ik zag mensen voor bij de ingang met laptops werken, dus je kan hier ook nog internet hebben. 

Te: misschien heeft hij wel een inlogcode van een student weten te ontfutselen met een naam en kon hij hier dus ook de hele tijd zitten internetten

L: ja, makkelijk.

Te: ik vind het eigenlijk in een keer heel geruststellend dit gebouw, waar we nu zijn. Wat in een keer denk ik, goh, hij heeft waarschijnlijk helemaal niet de hele dag in de kou op straat hoeven wandelen en onder bruggen hoeven slapen. Ik denk dat hij gewoon hier heel veel geweest is en van de anonimiteit gemaakt heeft. 

L: het is heel erg groot, dus je kan hier gewoon verdwijnen

Ti: ja

Te: ja, ik ben echt onwijs blij dat we nog even naar dit gebouw zijn gegaan. 

Ti: ja, ik ook. Ja.

Te; zullen we een mooie plek gaan zoeken waar jij je voordracht kan doen? 

 

L: ja goed. Nou fijn dat jullie er allemaal zijn. Wij staan hier bij het bosje waarvan wij vermoedden dat hij hier is overleden. Wij hebben daar ook wat spullen gevonden van een zwerver of meerdere zwervers en dit lijkt ons een plek waar die overleden zou kunnen zijn. Wat ik ga vertellen, dat is de afscheidsrede die ik gehouden heb bij het afscheid van Martijn 

 

Afscheid Martijn 14 4 2013 

Lieve Martijn, In de mooie augustus van 1970 was ik 13 en mijn moeder was zwanger en al 3 weken overtijd. En ik mocht als chaperonne van mijn moeder mee naar de groentemarkt, het voelde groot en belangrijk, jij stond aan de wieg ervan.

Toen papa en zij Els en mij en ons broertje Hans vertelde dat we een nieuw broertje of zusje kregen, waren we als kleine kinderen zo uitgelaten. Ik weet nog waar ik stond. Bij belangrijke gebeurtenissen weten mensen waar ze waren. In de keuken terwijl we de afwasmachine uitruimden. Zo leuk, je was meer dan welkom, je stond aan de wieg van dat welkom en geluksgevoel.

Toen mocht ik mee als oudste dochter om een mevrouw te bezoeken die voor ons zou zorgen als mama was bevallen naar het ziekenhuis moest. Het voelde als een volwassene, ik mocht mee als afgevaardigde voor mijn broer en zus. Die waardering, jij stond letterlijk aan de wieg ervan.

Toen je geboren was, zorgde ik vaak voor je. Els, mijn zus vaak ook. We gaven je de fles, we verschoonden je en je pieste ons vaak nat. Hilariteit, je stond aan de wieg ervan. 

Als ik 's ochtends wakker werd, lag je vaak naast me in bed zo'n kleine dreumes. Je hield er niet van alleen te zijn en voor de veiligheid koos je mij. Dat was soms krap in dat eenpersoonsbed, maar ook gezellig. Jij stond aan de wieg ervan

In jouw karretje deed ik soms boodschappen met je. Dan moest ik opletten dat je niet het uit het schap gegriste snoep al in je mond had gestopt vóór ik het had afgerekend. Dan moest ik me in allerlei bochten wringen om het uit te leggen aan de winkeljuffrouw of aan mijn moeder. Eigenzinnig was je toen al, in de wieg gelegd was je ervoor. 

Playmobil heb ik voor je bewaard dat mocht nooit weggedaan tot het plastic was vergaan. Er staat nog steeds een doos op zolder, je verzon er hele leefwerelden mee.  Feit of fictie, wie weet stond Playmobil aan de wieg ervan. 

Je was een pienter knaapje dat bleek toen ik al lang uit huis was. En we waren ervan overtuigd dat je het van ons allemaal het verst zou schoppen iets met geschiedenis.  Schrijven misschien, je stond aan de wieg ervan. 

Ook was het niet makkelijk voor je thuis. Ik zie je nog... ik zie me nog tussen papa en jou staan. Als je aan hem komt, kom je aan mij heb ik gezegd. De dominante man kon je intellectueel niet aan, je hebt veel last van hem gehad. Het was goed geweest als hij meer aan jouw wieg en bij jouw wieg had gestaan. 

Je logeerde wel eens bij mij toen je puber was. Heel gezellig, humor was je troef. Je schreef ook met een vriendin van mij, we namen je mee naar de kroeg. Maar ik was blind voor de ellende waar je middenin zat. Te veel afstand, een eigen leven, ik kreeg het jou niet meer mee. Toen had ik misschien meer aan jouw wieg moeten staan. 

De laatste keer dat ik je zag was ik 6 maanden zwanger van onze dochter Zara en het was een dag in april 1991 ter ere van Johns verjaardag zou de mama, papa en jij komen.  Je kwam veel later, de stemming was gespannen. Papa voerde het hoogste woord, mama koos zijn zij. Jij was alleen, ik kreeg geen hoogte van je. Stil. Het was de laatste keer. Stilte, je stond aan de wieg ervan. 

Toen verdween je, papa liet je opsporen. Er kwam een dreigbrief van jouw kant. Als we contact zochten, zou je verdwijnen. Je was gelukkig met een vriend, we durfden niet nogmaals contact te zoeken, bang voor je verdwijning. Je stond aan de wieg ervan. 

Een keer denk ik dat ik je vond op het station in Amsterdam. Ik moest je volgen maar je verdween. Je had me gezien, er was angst. Het stond aan de wieg ervan. 

Hij was altijd op zichzelf, vertelde mama, je was niet op jezelf je sloot je op in jezelf denk ik nu. Je was een eenzaam kind, een eenzame man. Misschien ook op zoek naar iemand die echt voor jou zorgde, omdat je het zelf niet kon. En ook een creatieve man verneem ik nu uit gesprekken met collega's en vrienden. Een bijzonder intelligente man, een hoffelijke man innemend, een lopende encyclopedie, een goede vriend en hardwerkende collega. Bij de Rode hoed, bij GroenLinks en al die andere werkgevers die wij niet kennen. Met een groot geheim, een grote angst voor het leven vermoed ik. Ik had je zo graag een helpende hand gegund, een beetje geluk In het leven en de moed om dingen anders te doen. Ik had graag je zus willen zijn. Nog eens je willen ontmoeten, praten even nog in jouw levenswieg kijken. Het mag niet zo zijn. Jouw geheim blijft jouw geheim, dat je wellicht nooit met iemand hebt gedeeld. We gaan je nu teruggeven aan de wereld, je mag varen naar alle uithoeken, waar je misschien hebt willen zijn om te vluchten, te schuilen, om te huilen, te lachen, te vergeten, te vergeven, om troost te vinden. Ook nu blijf je mijn broer en toen zong ik Parlez-moi d'amour en dat ga ik nu ook doen

 

Parlez-moi d'amour
 Redites-moi des choses tendres
 Votre beau discours
 Mon cœur n'est pas las de l'entendre
 Pourvu que toujours
 Vous répétiez ces mots suprêmes
 Je vous aime

 

 

L: het is zo koud, ik kan bijna niet voorlezen.

Te: ik vind het heel erg fijn om hier met jullie te zijn. Dat we de plek gevonden hebben min of meer en ja dat we met elkaar zijn om hem te eren en gelopen hebben waar hij gelopen zou kunnen hebben.

D: het vriest hier nooit zeggen ze en dan vandaag vriest het misschien een graad. Zeven jaar geleden vroor het zes tot tien graden

Te: wij gaan zo de warmte opzoeken, dat heeft Martijn niet gedaan. En dat is ook een heel bizar idee

L: ja, het is hier gewoon stervend koud.

 

We gaan met de bus terug naar het centrum en zoeken een restaurantje. Het is binnen gezellig druk, het leven stroomt ons tegemoet. We toasten op Martijn en worden langzamerhand weer een beetje warm. Als we later die avond teruglopen naar het hotel is de stad anders, grimmiger dan overdag. We zien nu wel veel dakloze personen. Eenmaal terug in het hotel kan ik geen boe of bah meer zeggen. Ik duik mijn bed in en blijf maar liggen rillen. Ik kan niet zeggen of het van de kou komt of toch meer van de emotie is. De volgende dag spreken we nog even na met een kopje koffie in de lobby van ons hotel. De open haard brandt, er lopen gasten in en uit en de tram komt natuurlijk ook weer langs.

 

Ti: 's nachts geeft het dan weer een beetje lugubere sfeer, dan is het ineens een heel andere stad. Ja, heel veel zwervers hier dan ineens en dan zie je ze helemaal zo in elkaar gedoken in foetushouding bij zo'n prullenmand liggen. Dat is gewoon natuurlijk heel akelig.

L: ik vind het echt heel dubbel. Aan de ene kant is het prettig om hier te zijn, om je te realiseren dat hij hier ook een leven heeft gehad. Ik kan me ook voorstellen dat hij zich hier prettig gevoeld heeft en ik vond het ook heel confronterend al die mensen op straat. Ja, daar word ik ook heel verdrietig van, ik denk: Hij heeft gewoon toch op het eind van zijn leven zo geleefd 

D: wat ik in ieder geval mooi vond. Een dakloos persoon sterft zeker hier, zeker op zo’n universiteitsterrein in volledige anonimiteit, maar Martijn was iemand voor mensen, heb ik geleerd deze zoektocht. Had altijd Mensen om zich heen die van hem hielden, waar hij van hield en nu hebben we hem uit zijn anonimiteit gehaald dus nu zijn einde ook met mensen geworden. 

L: het lijkt net alsof we met zijn allen nog even om hem heen staan en dat vind ik een mooi idee. E wellicht merkt hij daar nog iets van, wellicht. Ik weet het niet, ik ben niet gelovig. Maar ik vind het een mooie gedachte, ja

Ti: Maar ook het idee dat Martijn hier geweest is, dat hij gelopen heeft. Ja, dan zie ik hem ook echt lopen met. Zo’n lange man met rugzakje op, petje op, dus z’n krulhaar er onderuit en eigenwijs brilletje op zijn neus. Hij kon altijd wel heel trots lopen. Ja, of dat hij ieder moment voorbij zou kunnen komen, ook omdat ze zo met hem bezig zijn.

 

 

 

Ik heb hetzelfde gevoel als Tineke. Dan zie ik een lachende Martijn die om de hoek komt lopen en zegt: zo, hebben jullie eindelijk de puzzel opgelost en me gevonden. Nou, parbleu! je hebt wel je tijd genomen!  

 

Maar ook dat dubbele gevoel over de stad herken ik. Gisterenavond viel mij een dakloze persoon me in het bijzonder op. Overdag waren we in een prachtige boekwinkel geweest, waar Linda een bijzonder exemplaar van het sprookje De Gelukkige Prins van Oscar Wilde had gekocht. Toen we er ’s avonds in het donker langsliepen, ging er net iemand in de portiek van die winkel liggen om daar de nacht door te brengen. Ik stelde me voor dat, als Martijn toch af en toe in het centrum een slaapplek had gezocht, dat hij misschien ook wel die plek zou hebben gekozen. Dicht bij de boeken, bij alle fantastische verhalen die hem ook in de moeilijke dagen van zijn leven over de wereld konden brengen... 

 

We besluiten om vandaag de stad achter ons te laten. Gisteren was zo intens, we hebben geen van allen behoefte om nog een keer de stad in te gaan. We gaan ook niet nog een keer naar het universiteitsterrein, ik ga vanuit Nederland proberen contact te krijgen met de bewaking. We besluiten daarom om naar Howth te gaan, een stadje direct onder Dublin aan de Ierse zee. We nemen de trein en 30 minuten later staan we aan de kust. Het is verrassend zacht voor een dag in januari, de zon schijnt en in de verte in de haven speelt een singer songwriter. De woorden van David en Linda zijn onder mijn huid gekropen, ze herhalen zich steeds in mijn hoofd. Martijn is niet langer anoniem gestorven, Martijn is weer een mens geworden. En ook nu staan we om hem heen, vol liefde. Nu is zijn dood ook met mensen geworden. 

 

Als we dichter bij de muzikant komen, hoor ik welk nummer hij speelt...

 

Volgende week in de voorlopig laatste aflevering van het Fantastische leven van Martijn blikken David en ik terug op onze zoektocht aan de IJsselkade in Deventer, vindt Tineke een tas vol met spullen van Martijn en krijg ik bericht van Google.